2. De Hoofdvensters van GIMP

The GIMP user interface is available in two modes:

When you open GIMP for the first time, it opens in single-window mode by default. You can enable multi-window mode by unchecking the WindowsSingle-Window Mode option in the main menu. After quitting GIMP, GIMP will start in the mode you have selected next time.

Modus met Meerdere vensters

Afbeelding 3.2. Een voorbeeld van de Modus met Meerdere vensters.

Een voorbeeld van de Modus met Meerdere vensters.

De afbeelding hierboven toont de eenvoudigste bruikbare vensterschikking van GIMP.

U ziet de volgende vier vensters: In het midden de onderhanden afbeelding, links daarvan de gereedschapskist met daaronder een dok met de gereedschap opties, Apparaatstatus, Geschiedenis en de lijst van geopende Afbeeldingen en rechts een dok met bovenin tabbladen met Penselen, Patronen, Lettertypes en Document geschiedenis en daaronder tabs met Lagen, Kanalen, Paden. Onder de afbeelding is nog een klein deel van een tweede afbeelding te zien in een eigen venster.

  1. The Toolbox: Contains a set of icon buttons used to select tools. By default, it also contains the foreground and background colors. You can add brush, pattern, gradient and active image icons. Use EditPreferencesToolbox to enable, or disable the extra items.

  2. Tool options: Docked below the Toolbox is a Tool Options dialog, showing options for the currently selected tool (in this case, the Move tool).

  3. Image windows: Each image open in GIMP is displayed in a separate window. Many images can be open at the same time, limited by only the system resources. Before you can do anything useful in GIMP, you need to have at least one image window open. The image window holds the Menu of the main commands of GIMP (File, Edit, Select, etc.), which you can also get by right-clicking on the window.

    Een afbeelding kan (veel) groter zijn dan het venster waarin het getoond wordt. In dat geval toont GIMP de afbeelding zoveel verkleind dat hij geheel in beeld is. Om de details te zien kunt u op het beeld inzoomen, waarbij aan de zij- en onderkant schuifbalkjes verschijnen om willekeurige gedeeltes van de afbeelding in beeld te krijgen.

  4. Het dok Penselen, Patronen, Lettertypen, Documentgeschiedenis — merk op dat de dialoogvensters tabbladen in het dok zijn. Het tabblad Penselen is geopend: het toont het type penseel dat door verfgereedschappen wordt gebruikt.

  5. Het Dok met de dialoogvensters Lagen, Kanalen en Paden: Ook dit dok bestaat uit verschillende tabbladen. In eerste instantie wordt het Lagen dialoogvenster getoond. Dit laat de laag-structuur van de huidig actieve afbeelding zien en biedt de mogelijkheid om de lagen op een aantal verschillende manieren te bewerken. Bij een afbeelding met maar één laag zou u zonder dit venster kunnen, maar dat komt zelden voor. Kanalen en Paden zult u wellicht minder vaak gebruiken, en de Geschiedenis gebruikt u mogelijk vooral door middel van de Ctrl+Z (ongedaan maken) en Ctrl+Y (toch opnieuw uitvoeren) toetsen zonder naar deze tab te kijken.

Het werken met dialogen en dokken staat beschreven in Paragraaf 2.3, “Koppelen van dialoogvensters”.

De modus Enkelvenster

Afbeelding 3.3. Het alles in één venster met de belangrijkste elementen.

Het alles in één venster met de belangrijkste elementen.

U vindt hier dezelfde onderdelen, met kleine verschillen in hun werkwijze:

  • In deze versie zijn de linker en rechter panelen vast verbonden aan de zijkanten. Wel kunt u hun breedtes aanpassen door de losse zijkant met de muis te verslepen. Maakt u de panelen erg smal dan zal er onderaan een schuifbalk verschijnen omdat een gedeelte van de inhoud anders onbereikbaar zou worden.

    If you reduce the width of a multi-tab dock, there may be not enough room for all tabs; then arrow-heads , appear allowing you to scroll through tabs.

    Net als in de modus met meer vensters kunt u alle panelen tijdelijk verbergen door de Tab toets in te drukken (in de afbeelding; in de vensters brengt een tab u bij het volgende invoerveld).

  • Het afbeeldingsvenster vult de ruimte tussen de beide panelen.

    Als u meerdere afbeeldingen opent, zal een nieuwe balk boven de afbeelding worden gemaakt met een tab voor elke afbeelding. U kunt daarmee wisselen van afbeelding, dat kan ook met de toetsen Ctrl+Page Up of Page Down en ook met Alt+Volgnummer. Volgnummer is het nummer van de tab; u moet hiervoor de cijfertoetsen boven de letters van het toetsenbord gebruiken (Alt-shift kan in sommige toetsenborddefinities nodig zijn).

Dit is een eenvoudige opzet, GIMP heeft tientallen dialoogvensters die allemaal andere bewerkingsmogelijkheden bieden. Deze worden door de meeste gebruikers alleen geopend wanneer ze nodig zijn en gesloten na de benodigde bewerking. Ons advies is: houd het gereedschapsvenster en het lagen-venster altijd bij de hand. Het gereedschapsvenster biedt de belangrijkste toegang tot veel bewerkingsmogelijkheden in GIMP; als u dit scherm afsluit, is het zelfs zo dat het hele bijbehorende GIMP programma afgesloten wordt. (U dient echter daarvoor nog wel een keer expliciet te bevestigen dat u dit werkelijk wilt.) De gereedschapsopties zijn eigenlijk een apart dialoogvenster, die in de bovenstaande afbeelding gekoppeld met het gereedschapsvenster worden getoond. Ervaren gebruikers maken bijna altijd op deze manier gebruik van GIMP, het is immers lastig de gereedschappen goed te gebruiken zonder in een oogopslag te zien hoe de verschillende bewerkingsmogelijkheden ingesteld staan. Het lagen-dialoogvenster is relevant als u met afbeeldingen met verschillende lagen werkt, dus vrijwel altijd. Tenslotte is het natuurlijk ook nodig om een venster te hebben waarin de afbeelding in kwestie te zien is.

[Opmerking] Opmerking

Als uw GIMP-lay-out verloren is gegaan, is uw arrangement eenvoudig te herstellen met behulp van VenstersOnlangs gesloten dokken ; de Windows-menuopdracht is alleen beschikbaar als een afbeelding is geopend. Als u een tabblad wilt toevoegen, sluiten of loskoppelen van een dok, klikt u op in de rechterbovenhoek van een dialoogvenster. Dit opent het Tab-menu. Selecteer Tab toevoegen, Tab sluiten , of Tab loskoppelen.

In de volgende hoofdstukken zullen we u verder langs de verschillende onderdelen van elk component in de schermafbeelding leiden. We leggen uit wat ze zijn en hoe ze werken. Als u deze hoofdstukken gelezen en begrepen hebt en ook de hoofdstukken over de opbouw van GIMP afbeeldingen hebt doorgenomen, zou u genoeg moeten weten om GIMP te gebruiken om afbeeldingen op een heleboel verschillende manieren te kunnen bewerken. U kunt daarna verder op uw gemak de rest van deze handleiding doorlopen (of gewoon met GIMP experimenteren) om de schier oneindige andere subtiele manipulatiemogelijkheden te ontdekken, wij wensen u hier veel plezier mee!

2.1. De Gereedschapskist

Afbeelding 3.4. Afbeelding van het gereedschapsvenster

Afbeelding van het gereedschapsvenster

Het Gereedschapsvenster is het hart van GIMP. Hier volgt een korte beschrijving van de aanwezige onderdelen.

[Tip] Tip

In de gereedschapskist kun t u, zoals in de meeste onderdelen van GIMP, de muis enige tijd op een onderdeel ervan laten rusten om een "gereedschap-tip" te laten verschijnen. Deze vertelt u de naam van het onderliggende ding en legt in het kort uit wat u er mee kunt doen. In veel gevallen kunt u ook door op de F1-toets te drukken hulp krijgen over hetgeen zich op dat moment onder de muiscursor bevindt.

By default, only the Foreground/Background Colors area is visible. You can add the Brush/Pattern/Gradient area and Active Image area through EditPreferencesToolbox: Tools configuration.

  1. The GIMP logo: At the top of the toolbox, you can click-drag-and-drop images from a file browser into this area or into the tool icons to open the images. You can hide this logo by unchecking the Show GIMP logo option in the Toolbox Preferences.

  2. Gereedschapspictogrammen: deze pictogrammen activeren de gereedschappen met de verschillende functies: Het selecteren van delen van afbeeldingen, ze anders inkleuren, ze van vorm veranderen enzovoorts. Het hoofdstuk Inleiding in het gereedschapsvenster geeft een overzicht van de mogelijkheden die de verschillende gereedschappen bieden, ieder gereedschap zal ook uitgebreid in het hoofdstuk gereedschappen beschreven worden.

  3. Foreground/Background colors:

    The color area shows GIMP's current foreground and background colors, which are used for painting, filling, and many other operations. Clicking on either one of them brings up a color selector dialog that allows you to change to a different color.

    Clicking on the small symbol in the lower left corner resets the foreground and background colors to black and white. Pressing the D key has the same effect.

    Clicking on the double-headed arrow symbol swaps the foreground and background colors. Pressing the X key has the same effect.

  4. Penseel/Patroon/Verloop De symbolen hier illustreren de huidige selectie voor het verfpenseel: dit wordt gebruikt door alle gereedschappen waarmee u in de afbeelding kunt tekenen. (Onder tekenen worden trouwens ook bewerkingen als uitwissen en uitsmeren geschaard). Voor het patroon: dat wordt gebruikt bij het vullen van geselecteerde delen van afbeeldingen; En voor het verloop dat van belang is als een bewerking een geleidelijk kleurverloop nodig heeft. Als u op een van deze drie symbolen klikt opent u een dialoogvenster waarin u de huidige instellingen naar behoefte kunt veranderen.

  5. Actieve afbeelding: In GIMP kunt u meerdere afbeeldingen tegelijkertijd geopend hebben, er kan er echter maar een tegelijk actief zijn. Op deze plaats kunt u een kleine weergave van de actieve afbeelding vinden. Als u er op klikt komt er een lijst met alle geopende afbeeldingen tevoorschijn en kunt u een andere activeren. (Door op het afbeeldingsvenster van de betreffende afbeelding te klikken bereikt u op vaak eenvoudiger wijze ook hetzelfde.)

    If you use GIMP on a Unix-like operating system with the X Window System, you can also drag and drop the thumbnail to an enabled XDS file manager to directly save the corresponding image.

[Opmerking] Opmerking

Wanneer u GIMP opstart, staat hetzelfde gereedschap (het penseel), kleur, penseel en patroon geactiveerd dat u het laatst hebt gebruikt, dat is de standaard instelling. Als u wilt dat GIMP altijd met een bepaald gereedschap en vaste instellingen opstart moet u het vinkje bij Apparaatinstellingen opslaan bij afsluiten in het menu Voorkeuren/Invoerapparaten uitschakelen.