5. Paden

Paths are curves (known as Bézier-curves). To understand their concepts and mechanism, look at the glossary Bézier-curve or Wikipedia [WKPD-BEZIER]. The Paths tool allows you to design complex shapes. When designing a shape, you first use the Paths tool in GIMP to create a path. After that you usually stroke or fill the path.

In GIMP, the term Stroke path means to apply a specific style to the path (color, width, pattern, etc).

Een pad kan op verschillende manieren worden gebruikt:

Afbeelding 7.10. Vier voorbeelden van het creëren van paden

Vier voorbeelden van het creëren van paden

Vier voorbeelden van paden in GIMP: een gesloten en veelhoekig, een open en veelhoekig; een gesloten en gekromd en een met zowel rechte als kromme segmenten.


5.1. Paden creëren

Begin met de omtrek van het pad te tekenen; de omtrek kan later nog aangepast worden (zie Paden gereedschap). Selecteer om te beginnen het gereedschap Paden met een van deze methoden:

  • Kies menuoptie GereedschapPaden van het afbeelding-menu.

  • Use the relevant icon in toolbox.

  • Gebruik de sneltoets B.

Wanneer het gereedschap Paden is geselecteerd, verandert de muiscursor standaard in een vizier met een curve. De werkelijke vorm is afhankelijk van de instelling van de muisaanwijzermodus. Zorg ervoor dat de bewerkingsmodus van de gereedschapsopties is ingesteld op Ontwerpen.

Klik met de linkermuisknop in de afbeelding om het eerste punt van het pad te maken. Verplaats de muis naar een nieuw punt en klik met de linkermuisknop om een ander punt te maken en aan het vorige punt koppelen. U kunt zoveel punten maken als nodig, voor nu zijn dat er twee.

Tijdens het toevoegen van punten heeft de muiscursor een klein +-teken naast de curve, wat aangeeft dat klikken een nieuw punt toevoegt.

Wanneer de muiscursor zich dicht bij een van de padpunten bevindt, verandert de + in een kruis met pijlen; zoals bij het gereedschap verplaatsen. Dan kunt u het bestaande padpunt verplaatsen.

Als u het pad wilt sluiten, plaatst u de muis boven op het punt waarmee u verbinding wilt maken, houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u op dat punt. Wanneer u klaar bent met het ontwerpen van uw pad, kunt u op Enter klikken. Dit verandert het pad in een selectie. U kunt ook meer punten blijven toevoegen of beginnen met het wijzigen van de bochten van het pad.

De vorm van het pad verandert u zo: Beweeg de muis naar een segment van de lijn, klik links en versleep de lijn. Er gebeuren twee dingen.

  • Het lijnsegment buigt en draait alsof u er aan trekt.

  • Elk lijnsegment heeft een startpunt en een eindpunt, herkenbaar aan de kleine vierkantjes. Vanaf deze 2 punten krijgt u nu een richtingslijn die samen de vorm van de lijn vastleggen. De richtingslijnen hebben meestal een eigen kleur.

Het gebogen lijnsegment gaat van het begin/eindpunt in de richting van de richtingslijn. De lengte van die richtingslijn bepaalt hoe lang deze richting wordt volgehouden voordat de lijn afbuigt in de richting van de volgende.

Iedere richtingslijn heeft een vierkantje aan het eind (handvat genoemd). Daarmee kunt u hem beetpakken en veranderen. U kunt met de muis ook nog steeds het padpunt oppakken en verplaatsen.

Afbeelding 7.11. Weergave van een pad terwijl het bewerkt wordt

Weergave van een pad terwijl het bewerkt wordt

De weergave van een pad terwijl het bewerkt wordt met het gereedschap pad.


Zwarte vierkanten zijn ankerpunten, de open cirkel is het geselecteerde ankerpunt en de twee open vierkantjes zijn de handvatten ervan. Verder ziet u dat het pad uit twee losse delen bestaat.