8.10. Niveaus

Het gereedschap Niveaus verschaft mogelijkheden, soortgelijk aan het dialoogvenster Histogram, maar kan ook het bereik voor de intensiteit van de actieve laag of selectie wijzigen in elk kanaal. Dit gereedschap wordt gebruikt om een afbeelding lichter of donkerder te maken, contrast te wijzigen of om een overheersende kleurzweem te corrigeren.

8.10.1. Het gereedschap activeren

U kunt het gereedschap op verschillende manieren activeren:

  • Vanuit het hoofdmenu: KleurenNiveaus….

  • Door te klikken op het pictogram van het gereedschap in de Gereedschapskist, als dit gereedschap daar is geïnstalleerd. Bekijk daarvoor Paragraaf 6.13, “Gereedschapskist”.

8.10.2. Opties

Afbeelding 16.137. Gereedschapsopties voor Niveaus

Gereedschapsopties voor Niveaus

Voorinstellingen

Voorinstellingen zijn een veel voorkomende mogelijkheid voor verschillende opdrachten in Kleuren. U vindt de beschrijving ervan in Paragraaf 8.1.1, “Algemene mogelijkheden voor kleuren”.

Kanaal

U kunt het specifieke kanaal selecteren dat zal worden aangepast door het gereedschap:

  • Waarde maakt wijzigingen aan de waarde van alle kanalen RGB in de afbeelding: de afbeelding wordt donkerder of lichter.

  • Rood, Groen en Blauw werken op een bepaald kleurkanaal: de afbeelding krijgt meer of minder kleur. Onthoud dat toevoegen of verwijderen van een kleur resulteert in het verwijderen of toevoegen van de bijkomende kleur.

  • Alfa werkt op semi-transparante lagen of selecties: hier betekent donker meer transparantie en wit is volledig ondoorzichtig. uw afbeelding moet een alfakanaal hebben, anders is deze optie uitgeschakeld.

  • Kanaal terugzetten herstelt de originele instelling voor het geselecteerde kanaal.

Lineair, Niet-lineair, Perceptueel

Deze drie knoppen bepalen of de toon reproductie (TRC) zal worden weergegeven met een lineaire, niet-lineaire of perceptuele X-as.

Lineair histogram, Logaritmisch histogram

Deze twee knoppen bepalen of het histogram zal worden weergegeven met een lineaire of logaritmische Y-as. Voor afbeeldingen die zijn genomen vanaf foto's, is de modus Lineair meestal de meest nuttige. Voor afbeeldingen die bestaan uit substantiële gebieden met een constante kleur, echter, zal een lineair histogram vaak worden gedomineerd door een enkele balk en een logaritmisch histogram zal vaak meer nuttig zijn.

Invoerniveaus

Het hoofdgebied is een grafische representatie van de actieve laag of selectie met als inhoud tonen donker (schaduwen), midden en licht (hooglichten) (het histogram). Zij staan op een abscissen-as vanaf niveau 0 (zwart) tot en met niveau 255 (wit). Het nummer van het beeldpunt voor een niveau staat op de ordinaten-as. Het oppervlak van de boog geeft alle beeldpunten van de afbeelding weer voor het geselecteerde kanaal. Een goed gebalanceerde afbeelding is een afbeelding met niveaus (tonen) die zijn verdeeld over het gehele bereik. Een afbeelding met een overheersende blauwe kleur, bijvoorbeeld, zal een histogram produceren dat naar links is verschoven in de kanalen Groen en Rood, gekenmerkt door het ontbreken van groen en rood in hooglichten.

Bereiken voor niveaus kunnen op drie manieren worden aangepast:

  • Drie driehoeken als schuifbalken: een zwarte voor donkere tonen (schaduwen), een grijs voor middentonen (gamma), een wit voor lichte tonen (hooglichten).

    De zwarte schuifbalk bepaalt het zwartpunt: alle beeldpunten met deze waarde of minder zullen zwart zijn (geen kleur met een kleurkanaal geselecteerd / transparant met het alfakanaal geselecteerd).

    De witte schuifbalk bepaalt het witpunt: alle beeldpunten met deze waarde of hoger, zullen wit zijn (volledig gekleurd met een kleurkanaal geselecteerd / volledig ondoorzichtig met het alfakanaal geselecteerd).

    De grijze schuifbalk bepaalt het middenpunt. Naar links gaan, naar het zwart, maakt de afbeelding lichter (meer gekleurd / meer ondoorzichtig). Naar rechts gaan, naar het wit, maakt de afbeelding donkerder (minder gekleurd / meer transparant).

  • Twee pipetten: als u daar op klikt wordt de muisaanwijzer een pipet. Daarna bepaalt klikken in de afbeelding het zwart- of witpunt, overeenkomstig het gekozen pipet. Gebruik de linker, de donkere , om het zwartpunt te bepalen; gebruik de rechter, de witte , om het witpunt te bepalen.

  • Drie numerieke tekstvakken om waarden direct in te voeren.

Invoerniveaus worden gebruikt om hooglichten lichter te maken (heldere tonen), schaduwen donkerder (donkere tonen), de balans tussen heldere en donkere tonen te wijzigen. Verplaats schuiven naar links om de lichtheid te verhogen (verhoog de gekozen kleur / verhoog dekking). Verplaats schuiven naar rechts voor minder lichtheid (verminder de gekozen kleur / minder dekking).

Voorbeelden voor Invoerniveaus

De originele afbeelding is een afbeelding Grijswaarden met drie strepen: Schaduwen (64), Middentonen (127), Hooglichten (192). Het histogram geeft drie pieken weer, een voor elk van de drie tonen.

Originele afbeelding

  1. Het kanaal Waarde is geselecteerd. De zwarte schuif (schaduwen) is verplaatst naar de piek Schaduwen. De waarde 64 werd 0 en de streep Schaduwen werd zwart (0). De schuif Gamma (middentonen) werd automatisch verplaatst naar het midden van het bereik voor de tonen. Middentonen zijn donkerder gemaakt naar 84 en Hooglichten naar 171.

    De zwarte schuif werd verplaatst

    De afbeelding als geheel

  2. De witte schuif (hooglichten) werd verplaatst naar de piek Hooglichten. De waarde 192 werd 255 en de streep Hooglichten werd wit. De schuif Gamma (middentonen) werd automatisch verplaatst naar het midden van het bereik voor de tonen. Middentonen werden lichter gemaakt naar 169 en Schaduwen naar 84.

    Witte schuif werd verplaatst

    De afbeelding als geheel

Uitvoerniveaus

Uitvoerniveaus maken een handmatige selectie van een beperkt bereik van uitvoerniveaus mogelijk. Er zijn hier ook numerieke tekstvakken met pijlkoppen geplaatst die kunnen worden gebruikt om interactief de Uitvoerniveaus te wijzigen.

Uitvoerniveaus forceren het bereik voor de tonen om te passen binnen de nieuwe grenzen die u hebt ingesteld.

  • Werkend met Waarde: waarden worden gecomprimeerd en lijken meer op elkaar; contrast wordt dus verminderd. Schaduwen zijn lichter gemaakt: nieuwe details kunnen tevoorschijn komen, maar het contrast is minder; een compromis is noodzakelijk. Hooglichten zijn donkerder gemaakt.

  • Werkend met kleurkanalen: als u bijvoorbeeld het groene kanaal gebruikt en de uitvoerniveaus instelt tussen 100 en 140, zullen alle beeldpunten met een beetje groen, zelfs een hele lage waarde, hun groene kanaal hebben verschoven tussen de 100 en 140.

  • Werkend met het alfakanaal: alle waarden voor alfa worden verschoven naar het bereik dat u hebt ingesteld.

Voorbeeld voor Uitvoerniveaus

  1. De originele afbeelding is een kleurverloop RGB van zwart (0;0;0) naar wit (255;255;255). Uitvoerniveaus heeft geen histogram; hier gebruikten we VenstersDokbare venstersHistogram.

    Originele afbeelding (een kleurverloop)

  2. Kanaal Waarde geselecteerd. De zwarte schuif is verplaatst naar 63 en de witte schuif naar 189. Het Histogram geeft de compressie van de beeldpunten weer. Geen enkel beeldpunt is minder dan 63 en geen enkel beeldpunt is meer dan 189. In de afbeelding zijn Schaduwen lichter en Hooglichten zijn donkerder: contrast is verminderd.

    De zwarte schuif werd verplaatst

Alle kanalen

Automatische niveaus: Voert een automatische instelling voor de niveaus uit.

Drie pipetten , , Deze drie knoppen geven respectievelijk een wit, een grijs en een zwart pipet. Als u klikt op een van deze drie knoppen, neemt de muisaanwijzer de vorm aan van het pipet dat het vertegenwoordigt. Daarna, bij het klikken op de afbeelding, bepaalt het beeldpunt waarop is geklikt het witpunt, het zwartpunt of het middenpunt, overeenkomstig het pipet dat u koos. Werkt op alle kanalen, zelfs als een bepaald kanaal is geselecteerd.

Afbeelding 16.138. Voorbeeld voor pipetten in Niveaus

Voorbeeld voor pipetten in Niveaus

Boven staat een origineel kleurverloop van zwart naar wit. Onder staat het resultaat na het klikken met het witte pipet: alle beeldpunten, met een waarde die hoger is dan die van het beeldpunt waarop werd geklikt, werden wit.


Deze instellingen als curves bewerken

Deze knop, om uw werk gemakkelijker te maken, laat u overschakelen naar het gereedschap Curves met dezelfde instellingen.

Mengopties, Voorbeeld, Filter samenvoegen, Voor/na

Dit zijn veel voorkomende mogelijkheden, beschreven in Paragraaf 8.1.1, “Algemene mogelijkheden voor kleuren”.

8.10.3. Dialoogvenster Gereedschapsopties

Afbeelding 16.139. Gereedschapsopties voor Niveaus

Gereedschapsopties voor “Niveaus”


Hoewel dit gereedschap niet standaard aanwezig is in de Gereedschapskist (bekijk Paragraaf 6.13, “Gereedschapskist” als u het wilt toevoegen), heeft het, niettegenstaande dat, een dialoogvenster Gereedschapsopties onder de Gereedschapskist.

Monstergemiddelde

Deze schuifbalk stelt de straal in, voor het gebied om de kleur te kiezen, waar de gemiddelde kleurwaarde uit nabijgelegen beeldpunten moet worden bepaald. Dat gebied verschijnt als een min of meer vergroot vierkant, als u door blijft gaan met het klikken op een beeldpunt.

Samengevoegd monsteren

Als u deze optie inschakelt, wordt het nemen van de monsters niet alleen berekend uit de waarden van de actieve laag, maar uit alle zichtbare lagen.

Voor meer informatie, bekijk het item in de woordenlijst.

8.10.4. Feitelijke praktijk

Afbeelding 16.140. Een hele onderbelichte afbeelding

Een hele onderbelichte afbeelding

Originele afbeelding

Een hele onderbelichte afbeelding

Het histogram geeft een overheersing weer van Schaduwen en ontbrekende Hooglichten.


Afbeelding 16.141. Instellen van het witpunt

Instellen van het witpunt

De witte schuif werd verplaatst naar het begin van goed gemarkeerde Hooglichten. De afbeelding wordt lichter.

Instellen van het witpunt

Het resulterende histogram (onder) geeft nu de Hooglichten weer, maar Schaduwen overheersen nog steeds.


Afbeelding 16.142. Instellen van de balans tussen Schaduwen en Hooglichten

Instellen van de balans tussen Schaduwen en Hooglichten

De middelste schuif is verplaatst naar links. Dat resulteert in het verminderen van de verhouding voor Schaduwen en het verhogen van de verhouding voor Hooglichten.

Instellen van de balans tussen Schaduwen en Hooglichten

Het resulterende histogram (onder) bevestigt het verminderen van Schaduwen.