To access these tools, select
→ from the main menu.Inside the Transformation tool dialog, you will find tools to modify the presentation of the image or the presentation of an element of the image, selection, layer or path. Each transform tool has an Option dialog and an Information dialog to set parameters.
This category includes the following tools:
Sommige opties worden gedeeld door verschillende transformatietools. We zullen ze hier beschrijven. Meer specifieke opties zullen worden beschreven met hun tool.
GIMP offers four buttons in the Tool Options which let you select which image element the transform tool will work on.
Opmerking | |
---|---|
The Transform option for a tool persists after changing tools. |
When you activate the first button, the tool works on the active layer. If no selection exists in this layer, the whole layer will be transformed.
When you activate the second button, the tool works on the selection only, or the whole layer if there is no selection.
When you activate the third button, the tool works on the active path only.
When you activate the fourth button, the transformation is applied to all layers.
Met deze optie bepaalt u in welke richting of richting een laag wordt getransformeerd:
De modus “Normaal (Vooruit)” transformeert de afbeelding of laag zoals men zou verwachten. U gebruikt alleen de handgrepen om de gewenste transformatie uit te voeren. Als u een raster gebruikt (zie hieronder), wordt de afbeelding of laag getransformeerd op basis van de vorm en positie waarin u het raster plaatst.
“Corrective (Backward)” inverts the direction. Primarily used with the Rotation tool to repair digital images that have some geometric errors (a horizon not horizontal, a wall not vertical, etc). See Paragraaf 4.5, “Draaien”.
You can link these two options in Rotate, Scale, Perspective, Unified transform and Handle transform tools. This allows moving handles without affecting the transformation, letting you manually readjust their position.
In deze vervolgkeuzelijst kunt u de methode en dus de kwaliteit van de transformatie kiezen:
De kleur van elke pixel wordt gekopieerd van de dichtstbijzijnde aangrenzende pixel in de oorspronkelijke afbeelding. Dit resulteert vaak in aliasing (het “traptrede-effect”) en een grof beeld, maar het is de snelste methode. Soms wordt deze methode “Dichtstbijzijnde buur”genoemd.
De kleur van elke pixel wordt berekend als de gemiddelde kleur van de vier dichtstbijzijnde pixels in de oorspronkelijke afbeelding. Dit geeft een bevredigend resultaat voor de meeste afbeeldingen en is een goed compromis tussen snelheid en kwaliteit. Soms wordt deze methode “Bilineair”genoemd .
De kleur van elke pixel wordt berekend als de gemiddelde kleur van de acht dichtstbijzijnde pixels in de oorspronkelijke afbeelding. Dit geeft meestal een goed resultaat, maar het kost natuurlijk meer tijd. Soms wordt deze methode “Bicubic”genoemd .
Halo is een verschijnsel dat kan ontstaan door interpolatie. Het lijkt op de halo die u kunt krijgen bij het gebruik van Paragraaf 4.8, “Sharpen (Unsharp Mask)”. Hier is een opmerking van Nicolas Robidoux, de maker van de nieuwe kwaliteit samplers voor GEGL en GIMP:
"Als halo's geen probleem zijn met uw inhoud en bewerking,
welke van de twee moet u als eerste proberen? (Natuurlijk,
als u halo's wilt minimaliseren, dan is Geen halo het antwoord.)
Als u een afbeelding verkleint, is weinig halo over het algemeen beter.
Als de transformatie geen volledige verkleining is, bij voorbeeld als
u iets vergroot, draait of een perspectief toepast waarbij delen van
de afbeelding hetzelfde blijven of hogere resolutie krijgen, geef ik
over het algemeen de voorkeur aan Geen halo. Deze voorkeur is
echter ook afhankelijk van de inhoud van de afbeelding. Als de
afbeelding bijvoorbeeld tekst of tekstachtige objecten bevat of
belangrijke gebieden heeft met slechts een handvol verschillende
kleuren, zoals pixel art zou ik overschakelen naar Weinig halo.
Evenzo als het beeld erg variabel is, b.v. na compressie (zoals bij veel
JPEG's op het web). Omgekeerd, als het beeld ruisvrij en niet wazig is
(wat betekent dat lijnen en randen zijn uitgesmeerd over twee
of meer pixels), en er zijn tere huidtinten om te bewaren dan zou ik
eerst geen halo proberen. Eigenlijk, als ik dat zie dat kleuren niet
mooi bewaard zijn gebleven na het transformeren van een beeld
met weinig halo, zou ik meteen overschakelen naar geen halo, ook bij
het verkleinen.
In ieder geval mogen deze aanbevelingen niet worden opgevat als
evangelie. Ik heb nog veel te leren en uit te zoeken. Bijvoorbeeld, hoe
het beste om te gaan met transparantie en verschillende kleurruimten
daar ben ik nog niet uit."
U kunt de standaard interpolatiemethode instellen in het dialoogvenster Voorkeuren.
Na transformatie kan het beeld groter zijn. Met deze optie wordt de getransformeerde afbeelding geknipt naar de oorspronkelijke afbeeldingsgrootte.
U kunt kiezen uit verschillende manieren om te knippen:
Met Aanpassen: de laag wordt vergroot om alle gedraaide lagen te bevatten. De nieuwe laagrand is zichtbaar; de hele laag wordt zichtbaar met de opdracht
→ .Met knippen: alles wat buiten de afbeelding valt is verwijderd.
Als deze optie is geselecteerd, wordt de afbeelding zover bijgesneden dat het transparante gebied dat is ontstaat door de transformatiebewerking in hoeken, niet wordt opgenomen in de resulterende afbeelding.
Deze optie werkt zoals eerder beschreven, maar zorgt ervoor dat de beeldverhouding behouden blijft.
Als dit is gemarkeerd, wat de standaardinstelling is, is de getransformeerde afbeelding zichtbaar boven de overige lagen. Er verschijnt ook een schuifregelaar waarmee u de dekking van het voorbeeld kunt instellen.
Inspired from https://librearts.org/2020/02/gimp-2-10-18-full-review
Toon voorbeeld als onderdeel van de hele afbeelding: wanneer u meerdere lagen hebt, elk met zijn eigen overvloeimodus en dekking, betekent het transformeren dat anders met al die andere lagen samenwerkt. Dus in een complexe lagensamenstelling kun je een laag niet zonder veel vallen en opstaan uitlijnen met andere lagen.
Met de nieuwe optie Composietvoorbeeld lost u dit probleem op doordat het voorbeeld van de getransformeerde laag precies wordt getoond met alle actuele dekkings- en laagmodus opties.
Er zijn twee subopties beschikbaar:
Toon voorbeeld gekoppelde objecten:geef de transformatie van alle gekoppelde lagen weer in plaats van alleen de momenteel geselecteerde.
Synchroon voorbeeld: deze optie is experimenteel. Het idee is om het voorbeeld weer te geven zodra u de transformatie wijzigt. Dus in plaats van te wachten tot de muis stopt met bewegen, geeft deze het resultaat onmiddellijk weer. Als GIMP alles snel genoeg kan weergeven, betekent dit een veel soepelere en directere feedback.
Maar deze optie blokkeert ook alles totdat het voorbeeld klaar is. Dat betekent dat GIMP veel minder responsief (traag) kan worden, vooral wanneer de laag erg groot is. Daarom is dit standaard uitgeschakeld.
Dit is een uitklaplijst waarin u het type hulplijnen selecteert dat bij uw transformatie past. Alle hulplijnen gebruiken een kader om de omtrek van de afbeelding te markeren naast de lijnen die de verschillende opties bieden.
Zoals de naam al zegt, worden er geen hulplijnen getoond.
Hiermee gebruikt u één verticale lijn en één horizontale lijn die elkaar kruisen in het midden van de afbeelding of laag.
Hiermee verdeelt u het transformatiegebied in negen gelijke delen door twee horizontale lijnen en twee verticale lijnen met gelijke afstand toe te voegen. Volgens deze regel moeten de meest interessante delen van het beeld op de snijpunten worden geplaatst.
Net als het “Regel van derden” maar verdeelt het gebied in vijf bij vijf delen.
Dit verdeelt het transformerende gebied in negen delen in de verhouding van de gulden snede, ca 8:13 of 13:21.
Verdeelt het transformatiegebied met diagonale lijnen.
Hiermee plaatst u een rechthoekig raster met gelijke aantallen verticale en horizontale lijnen. Het aantal regels wordt ingesteld in de schuifregelaar die verschijnt wanneer deze optie is geselecteerd.
Plaatst een rechthoekig raster op het transformatiegebied met lijnen op de afstand die u in de schuifregelaar instelt.
Als u om wat voor reden dan ook paden wilt transformeren, is het mogelijk om dit te doen met behulp van de transformatiegereedschappen.
Wanneer het pad is getekend, gaat u naar het dialoogvenster paden en klikt u op het eerste veld vóór de padomtrek in het dialoogvenster om het oogpictogram zichtbaar te maken. Kies vervolgens het transformatiegereedschap en klik in het bovenste gedeelte van de dialoog opties op het padpictogram om het gereedschap op het pad te laten werken.
Voer de transformatie op de gebruikelijke manier uit en bevestig deze wanneer u klaar bent. Het kan een goed idee zijn om de hulplijnen uit te schakelen om het pad beter zichtbaarder te maken.
Wanneer de transformatie is voltooid, kiest u het padgereedschap en klikt u op het gewijzigde pad om het opnieuw te activeren om er verder aan te werken.