De opdracht
laat u de eigenschappen instellen voor het raster, dat u bovenop uw afbeelding weer kunt geven als u er aan werkt. GIMP verschaft alleen Cartesiaanse rasters. U kunt de kleur van de rasterlijnen kiezen en de tussenruimte en verschuiving vanuit de oorsprong van de afbeelding, onafhankelijk voor de horizontale en verticale rasterlijnen. U kunt kiezen uit een van de vijf verschillende rasterstijlen.Weergave
In het dialoogvenster
kunt u de eigenschappen van het raster instellen dat wordt weergegeven wanneer u het afbeeldingsraster inschakelt.Bij deze opmaak vallen de hulplijnen het minste op; elk kruispunt van rasterlijnen wordt weergegeven met een punt.
Deze opmaak, die als standaard ingesteld is, laat plusvormige kruisdraden op ieder kruispunt van het raster zien.
In deze opmaak worden de rasterlijnen weergegeven door korte lijstukken met de geselecteerde voorgrondkleur. Dit wordt vaak onduidelijk als de afstand tussen de rasterlijnen klein is.
Deze stijl geeft gestreepte lijnen weer, waarbij de kleuren van de voorgrond en achtergrond van het raster elkaar afwisselen.
Deze stijl geeft doorlopende rasterlijnen weer in de voorgrondkleur van het raster.
Klik op de kleurknop om een nieuwe kleur voor het raster te selecteren.
Tussenruimte
U kunt de celgrootte van het raster en de maateenheid selecteren.
Verschuiving
U kunt de verschuiving van de eerste cel instellen. De oorsprong van de coördinaat is de linkerbovenhoek van de afbeelding. Standaard begint het raster bij de oorsprong van de coördinaat, (0,0).