Het dialoogvenster Navigatie is ontworpen om gemakkelijk over de actieve afbeelding te kunnen verplaatsen, als het zoomen hoger is ingesteld dan wat de afbeelding weer kan geven. Als dit het geval is, geeft een wit gekleurde rechthoek de locatie van het momenteel weergegeven gebied aan ten opzichte van de afbeelding. In deze rechthoek heeft de muisaanwijzer de vorm van een hand; buiten deze rechthoek, heeft het de vorm van een hand met een uitgestrekte wijsvinger.
Het weergavegebied wijzigen:
Klik buiten het rechthoekige gebied met de wijzende wijsvinger op het gewenste gebied.
Klik en sleep het rechthoekige gebied.
Gebruik Shift en muiswiel om horizontaal te bewegen, Alt en muiswiel om verticaal te bewegen.
Dit dialoogvenster is een dokbaar dialoogvenster; zie het gedeelte Paragraaf 2.3, “Koppelen van dialoogvensters” voor hulp bij het manipuleren ervan.
U kunt het openen:
uit het hoofdmenu:
→ → ;in het menu Tab in elk dokbaar dialoogvenster door op de knop voor menu Tab te klikken en → te selecteren.
vanuit het hoofdmenu:
→ .Als u schuifbalken hebt ingeschakeld, dan kunt u er sneller toegang toe krijgen (maar zonder de functies voor zoomen) door te klikken op het pictogram in de rechterbenedenhoek van het afbeeldingsvenster, waar beide schuifbalken eindigen.
Maakt het gemakkelijk om het zoomniveau te beheren, meer preciezer dan met de opdracht Zoomen. Deze regelaar kan ook worden verplaatst met het muiswiel als de muisaanwijzer op de regelaar staat, of met Ctrl en het muiswiel.
Deze knoppen verklaren zichzelf.
De zoomverhouding wordt aangepast zodat het hele beeld zichtbaar wordt in het venster zoals het is.
De beeldgrootte en de zoom worden zo aangepast dat het venster volledig wordt gevuld met een zo groot mogelijk deel van de afbeelding.
Het afbeeldingsvenster terugzetten naar de grootte die het mogelijk maakt de afbeelding volledig weer te geven, met ongewijzigde zoom. Deze opdracht is ook als menu-item beschikbaar. Bekijk Paragraaf 5.8, “Venster naar afbeeldingsgrootte” voor de details.