De opdracht
maakt een nieuwe selectie langs de rand van een bestaande selectie in de huidige afbeelding. De rand van de huidige selectie wordt gebruikt als een vorm en de nieuwe selectie wordt daar dan omheen gemaakt. U voert de breedte van de rand in, in pixels of een andere eenheid, in het dialoogvenster. De helft van de nieuwe rand ligt binnen het geselecteerde gebied en de andere helft er buiten.U kunt deze opdracht uitvoeren vanuit het hoofdmenu met
→ .Als er geen selectie is, is dit menu-item uitgeschakeld.
Twee voorwaarden moeten worden gerespecteerd om deze opdracht te kunnen gebruiken:
De afbeelding moet een alfakanaal hebben.
De originele afbeelding moet zijn gemaakt met de optie “Randen glad maken” geselecteerd in het gereedschap dat voor de selectie werd gebruikt.
Voer de breedte voor de selectie van de rand in het vak in. De standaard eenheid is pixels, maar u kunt ook de eenheden kiezen met het keuzemenu.
Hard: deze optie behoudt Randen glad maken niet. Dat kan in sommige gevallen nuttig zijn.
Glad: deze optie behoudt Randen glad maken. Onthoud dat “Glad” geen Randen glad maken uitvoert. Dat is waarom Randen glad maken moet worden toegevoegd bij het maken van de originele selectie. Deze optie is de beste.
Zachte randen: deze optie doet dezelfde dingen als “Hard”, maar in plaats van de resulterende rand in zijn geheel te selecteren, vloeit hij naar buiten uit. Het resultaat is niet heel goed; als u een rand met zachte randen wilt, is het beter een van de andere modi te gebruiken en dan het resultaat te verzachten. Het is hier om historische redenen.
Met deze optie ingeschakeld blijft een rand van een (gewoonlijk rechthoekige) selectie onveranderd, als die is uitgelijnd met een rand van de afbeelding; er zal geen nieuwe selectie omheen worden gemaakt.