De gebruikersinterface van GIMP is beschikbaar in twee modi:
modus met meerdere vensters,
enkelvenstermodus.
Wanneer u GIMP voor de eerste keer opent, opent het standaard in de enkelvenstermodus. U kunt de modus met meerdere vensters inschakelen door de optie
→ in het hoofdmenu te deselecteren. Na GIMP te hebben afgesloten, zal GIMP de volgende keer starten in de modus die u hebt geselecteerd.De afbeelding hierboven toont de eenvoudigste bruikbare vensterschikking van GIMP.
U zult twee panelen zien, links en rechts en een afbeeldingsvenster in het midden. Een tweede afbeelding wordt gedeeltelijk gemaskeerd. Het linker paneel bevat de Gereedschapskist, als ook de dialoogvensters Gereedschapsopties, Apparaatstatus, Geschiedenis Ongedaan maken en Afbeeldingen tezamen. Het rechter paneel bevat de dialoogvensters Penselen, Patronen, Lettertypes en Documentgeschiedenis, samen in een dok met meerdere tabs en dialoogvensters Lagen, Kanalen en Paden samen in een ander dok met meerdere tabs.
De Gereedschapskist: bevat een set knoppen met pictogrammen, gebruikt om gereedschappen te selecteren. Standaard bevat het ook de voor- en achtergrondkleuren. U kunt pictogrammen toevoegen voor penseel, patroon, kleurverloop en de actieve afbeelding. Gebruik → → om de extra items in- of uit te schakelen.
Gereedschapsopties: Gedokt onder de gereedschapskist staat een dialoogvenster Gereedschapsopties, dat de opties voor het momenteel geselecteerde gereedschap laat zien (in dit geval het gereedschap Verplaatsen).
Afbeeldingsvensters: Elke in GIMP geopende afbeelding wordt in een afzonderlijk venster weergegeven. Veel afbeeldingen mogen tegelijkertijd geopend zijn, alleen beperkt door de systeembronnen. Voordat u ook maar iets nuttigs kunt doen in GIMP, moet u ten minste een afbeeldingsvenster hebben geopend. Het afbeeldingsvenster bevat het menu voor de belangrijkste opdrachten in GIMP (Bestand, Bewerken, Selecteren, etc.), die u ook kunt krijgen door met rechts te klikken op het venster.
Een afbeelding mag groter zijn dan het afbeeldingsvenster. In dat geval geeft GIMP de afbeelding weer met een verminderd zoomniveau dat u in staat stelt de gehele afbeelding te zien in het afbeeldingsvenster. Als u schakelt naar het zoomniveau 100%, verschijnen schuifbalken, die u in staat stellen te verschuiven over de afbeelding.
Het dok Penselen, Patronen, Lettertypes, Documentgeschiedenis — merk op dat de dialoogvensters in het dok tabs zijn. De tab Penselen is geopend: het geeft het type penseel aan dat wordt gebruikt door de tekengereedschappen.
Lagen, Kanalen, Paden: Het gedokte dialoogvenster onder het dialoogvenster Penselen geeft de dialoogvensters (tabs) weer voor het beheren van lagen, kanalen en paden. De tab Lagen is geopend: het geeft de lagenstructuur weer van de huidige actieve afbeelding en maakt het mogelijk die op verschillende manieren te bewerken. Het is mogelijk om een paar hele basale dingen te doen zonder het dialoogvenster Lagen, maar zelfs gemiddelde gevorderde gebruikers van GIMP vinden het onmisbaar om het dialoogvenster ten allen tijde beschikbaar te hebben.
Het werken met dialogen en dokken staat beschreven in Paragraaf 2.3, “Koppelen van dialoogvensters”.
U vindt hier dezelfde onderdelen, met kleine verschillen in hun werkwijze:
Linker en rechter panelen staan vast; u kunt ze niet verplaatsen. Maar u kunt hun breedte verkleinen of vergroten door aan de aanwijzer voor verplaatsen te slepen die verschijnt als de muisaanwijzer over de rechter rand van het linker paneel gaat. Als u het linker paneel smal wilt houden, gebruik dan de schuifbalk aan de onderzijde van de gereedschapsopties om door de weergave van de opties te verschuiven.
Als u de breedte van een dok met meerdere tabs verkleind, zou er niet voldoende ruimte kunnen zijn voor alle tabs; dan verschijnen pijlkoppen , die het voor u mogelijk maken door de tabs te scrollen.
Net als in de modus met meerdere vensters kunt u alle panelen tijdelijk verbergen door de Tab-toets in te drukken (in de afbeelding; in de vensters brengt een tab u bij het volgende invoerveld).
Het afbeeldingsvenster vult de ruimte tussen de beide panelen.
Wanneer verschillende afbeeldingsvensters zijn geopend, verschijnt een nieuwe balk boven het afbeeldingsvenster, met een tab voor elke afbeelding. U kunt door de afbeeldingen navigeren door te klikken op de tabs, dan wel met Ctrl+Page Up of Page Down of met Alt+Nummer. “Nummer” is een nummer van een tab; u moet de toetsen met nummers van de bovenste regel van uw toetsenbord gebruiken, niet die van het numerieke toetsenbord (Alt-shift is nodig voor sommige nationale toetsenborden).
Dit is een minimale opstelling. Er zijn meer dan een dozijn andere typen dialoogvensters die door GIMP voor verschillende doeleinden worden gebruikt, maar gebruikers openen hen gewoonlijk als zij ze nodig hebben en sluiten ze als ze gereed zijn. Gebruikers met voldoende kennis houden over het algemeen de dialoogvensters Gereedschapskist (met de Gereedschapsopties) en Lagen altijd geopend. De Gereedschapskist is essentieel voor veel bewerkingen in GIMP. Het gedeelte Gereedschapsopties is in feite een afzonderlijk dialoogvenster, in de schermafdruk weergegeven als gedokt in de Gereedschapskist. Gebruikers met voldoende kennis hebben het bijna altijd op deze manier ingesteld: het is erg moeilijk om gereedschappen te gebruiken zonder in staat te zijn te zien hoe hun opties zijn ingesteld. Het dialoogvenster Lagen speelt mee als u werkt met een afbeelding met meerdere lagen: nadat u door bent gegaan na de meest basale stadia van uw expertise in GIMP, dat betekent bijna altijd. En natuurlijk helpt het om de afbeeldingen waaraan u werkt weer te geven op het scherm; als u het afbeeldingsvenster sluit voordat u uw werk hebt opgeslagen, zal GIMP u vragen of u het bestand echt wilt sluiten.
Opmerking | |
---|---|
Als uw lay-out voor GIMP verloren is gegaan, is uw schikking gemakkelijk weer terug te halen met in de rechterbovenhoek van een dialoogvenster. Dat opent het menu Tab. Selecteer , of . → . Deze menu-opdracht is alleen beschikbaar als er een afbeelding is geopend. Een tab uit een dok toevoegen, sluiten of loskoppelen, klik op |
De volgende gedeelten nemen u mee door de componenten van elk van de in de schermafdruk weergegeven vensters, leggen uit wat zij doen en hoe zij werken. Als u ze eenmaal hebt gelezen, plus het gedeelte dat de basisstructuur van afbeeldingen van GIMP beschrijft, zou u voldoende hebben geleerd om GIMP te gebruiken voor een grote variëteit van basisbewerkingen aan afbeeldingen. U kunt dan op uw gemak de rest van de handleiding bekijken (of gewoon experimenteren) om het bijna grenzeloze aantal meer subtiele en gespecialiseerde dingen te leren die mogelijk zijn. Veel plezier!
De Gereedschapskist is het hart van GIMP. Hier is een snelle rondleiding van wat u daar zult vinden.
Tip | |
---|---|
In de Gereedschapskist, net als in de meeste gedeelten van GIMP, zal het verplaatsen van de muis boven iets en hem daar even laten staan, gewoonlijk een “hulptip” weergeven die het ding beschrijft. Sneltoetsen worden ook regelmatig weergegeven in de hulptip. In veel gevallen kunt u met de muis over een item gaan, en dan op de toets F1 drukken, om hulp te krijgen over het ding dat onder de muis staat. |
Standaard is alleen het gebied Voorgrond-/Achtergrondkleur zichtbaar. U kunt de gebieden Penseel/Patroon/Kleurverloop en Actieve afbeelding toevoegen met Configuratie gereedschappen.
→ → :Het logo van GIMP: Aan de bovenzijde van de gereedschapskist kunt u met klikken-slepen-en-neerzetten afbeeldingen uit een bestandsverkenner in dit gebied plaatsen of in de pictogrammen van de gereedschappen om de afbeeldingen te openen. U kunt dit logo verbergen door de optie GIMP-logo tonen uit te schakelen in de Voorkeuren Gereedschapskist.
Pictogrammen van gereedschappen: Deze pictogrammen zijn knoppen om gereedschappen voor verschillende doeleinden mee te activeren: selecteren van delen van afbeeldingen, een afbeelding inkleuren, een afbeelding van vorm veranderen, etc. Paragraaf 1, “De Gereedschapskist” geeft een overzicht van hoe te werken met de verschillende gereedschappen, en elk gereedschap wordt ook systematisch beschreven in het hoofdstuk Gereedschappen.
Voorgrond- / achtergrondkleuren:
Het gebied Kleuren geeft de huidige kleuren voor de voorgrond en de achtergrond in GIMP weer, die worden gebruikt voor tekenen, vullen en nog veel meer bewerkingen. Klikken op een ervan brengt een dialoogvenster voor het selecteren van een kleur naar voren, dat u in staat stelt te wijzigen naar een andere kleur.
Klikken op het kleine symbool in de linkerbenedenhoek zet de voor- en achtergrondkleuren terug naar zwart en wit. Drukken op de D-toets heeft hetzelfde effect.
Klikken op het symbool met twee pijlkoppen wisselt de voor- en achtergrondkleur om. Drukken op de X-toets heeft hetzelfde effect.
Penseel/Patroon/Kleurverloop: De symbolen hier geven u de huidige selecties van GIMP voor: het Penseel, gebruikt door alle gereedschappen die u in staat stellen te tekenen op de afbeelding (“tekenen” omvat ook bewerkingen zoals gummen en smeren, trouwens); voor het Patroon, dat wordt gebruikt voor het vullen van geselecteerde gebieden van een afbeelding; en voor het Kleurverloop, dat zal meespelen als een bewerking een gladde overgang vereist tussen variërende bereiken van kleuren. Klikken op een van deze symbolen brengt een dialoogvenster naar voren dat u in staat stelt het te wijzigen.
Actieve afbeelding: In GIMP kunt u tegelijkertijd werken met veel afbeeldingen, maar op elk bepaald moment, is slechts een afbeelding de “actieve afbeelding”. Hier vindt u een kleine weergave als pictogram van de actieve afbeelding. Klik op het pictogram om een dialoogvenster weer te geven met een lijst van alle momenteel geopende afbeeldingen, klik op een afbeelding in het dialoogvenster om die actief te maken. Gewoonlijk kunt u op een afbeeldingsvenster klikken in een modus met meerdere vensters, of op een tab van een afbeelding in Enkelvenstermodus, om het de actieve afbeelding te maken.
Als u GIMP gebruikt op een op Unix gebaseerd besturingssysteem met het systeem X Windows, dan kunt u ook de miniatuur slepen naar het XDS bestandsbeheer om de corresponderende afbeelding direct op te slaan.
Opmerking | |
---|---|
Bij elke keer opstarten selecteert GIMP het penseel, kleur, patroon dat u gebruikte toen u uw vorige sessie afsloot, omdat de optie Apparaatinstellingen opslaan bij afsluiten in Voorkeuren/Invoerapparaten, standaard is geselecteerd. Als u dit niet selecteert zal GIMP een standaard kleur, penseel en patroon gebruiken, altijd hetzelfde. |