Hoofdstuk 3. Eerste stappen met GIMP

Inhoudsopgave

1. Basisconcepten
2. Hoofdvensters
2.1. De Gereedschapskist
2.2. Het afbeeldingsvenster
2.3. Koppelen van dialoogvensters
3. Ongedaan maken
3.1. Dingen die u niet ongedaan kunt maken
4. Veel voorkomende taken
4.1. Bedoeling
4.2. De afmetingen van een afbeelding aanpassen voor het beeldscherm
4.3. De grootte van een afbeelding instellen voor afdrukken
4.4. Afbeeldingen comprimeren
4.5. Een afbeelding bijsnijden
4.6. Informatie over uw afbeelding vinden
4.7. De modus veranderen
4.8. Een afbeelding spiegelen
4.9. Een afbeelding draaien
4.10. Een object scheiden van zijn achtergrond

1. Basisconcepten

Afbeelding 3.1. Wilber, de mascotte van GIMP

Wilber, de mascotte van GIMP

De Wilber Construction Kit ( src/images/Wilber_Construction_Kit_original.xcf) stelt u in staat om de mascotte van GIMP, genaamd Wilber, een ander uiterlijk te geven. Het is het werk van Tuomas Kuosmanen (tigert).


Dit gedeelte verschaft een korte introductie voor de basisconcepten en terminologie die wordt gebruikt in GIMP. De hier gepresenteerde concepten worden op andere plaatsen uitgebreider uitgelegd. Enkele uitzonderingen daargelaten, hebben we proberen te vermijden dit gedeelte te vervuilen met heel veel links en kruisverwijzingen: alles wat hier wordt besproken is van dusdanig niveau dat u het gemakkelijk kunt lokaliseren in de index.

Afbeeldingen

Afbeeldingen zijn de basis entiteiten die worden gebruikt door GIMP. Ruwweg gesproken correspondeert een afbeelding met een enkel bestand, zoals een bestand TIFF of JPEG. U kunt aan een afbeelding denken als corresponderend met een enkel weergavevenster (hoewel het in werkelijkheid mogelijk is om meerdere vensters dezelfde afbeelding weer te laten geven). Het is echter niet mogelijk om een enkel venster meer dan een afbeelding weer te laten geven, of voor een afbeelding om geen venster te hebben om het weer te geven.

Een afbeelding in GIMP zou best een behoorlijk gecompliceerd ding kunnen zijn. In plaats van er aan te denken als een blad papier met een afbeelding erop, denk er meer aan als aan een stapel papier, genaamd lagen. In aanvulling op een stapel lagen zou een afbeelding van GIMP een selectiemasker kunnen bevatten, een set kanalen en een set paden. In feite verschaft GIMP een mechanisme voor het verbinden van willekeurige stukken gegevens, parasieten genaamd, aan een afbeelding.

In GIMP is het mogelijk om tegelijkertijd veel afbeeldingen geopend te hebben. Hoewel grote afbeeldingen heel veel megabytes aan geheugen gebruiken, gebruikt GIMP een geavanceerd op tegels gebaseerd beheerssysteem voor het geheugen dat GIMP in staat stelt om hele grote afbeeldingen netjes af te handelen. Er zijn echter grenzen en het beschikbaar hebben van meer geheugen, zou de prestaties van het systeem kunnen verbeteren.

Lagen

Als een eenvoudige afbeelding kan worden vergeleken met een enkel blad papier, een afbeelding met lagen lijkt meer op een bundel transparant papier, bovenop elkaar gestapeld. U kunt op elk blad papier tekenen, maar nog steeds de inhoud van de andere bladen zien door de transparante gebieden. U kunt ook een blad verplaatsen ten opzichte van de andere. Gevorderde gebruikers van GIMP werken vaak met afbeeldingen die heel veel lagen bevatten, zelfs dozijnen ervan. Lagen hoeven niet ondoorzichtig te zijn en zij hoeven niet het gehele bereik van een afbeelding te bedekken, dus als u kijkt aar de weergave van een afbeelding, zou u meer kunnen zien dan alleen de bovenste laag: u zou elementen van veel lagen kunnen zien. Voor meer informatie, bekijk Introductie tot lagen.

Resolutie

Digitale afbeeldingen bestaan uit een raster van vierkante beeldpunten. Elke afbeelding heeft een grootte die wordt gemeten in twee dimensies, zoals 900 beeldpunten breed bij 600 beeldpunten hoog. Maar beeldpunten hebben geen grootte ingesteld voor de fysieke ruimte. We gebruiken, om een afbeelding in te stellen voor afdrukken, een waarde die we resolutie noemen, gedefinieerd als de verhouding tussen de grootte van een afbeelding in beeldpunten en zijn fysieke grootte (gewoonlijk in inches) als die wordt afgedrukt op papier. De meeste bestandsindelingen (maar niet allemaal) kunnen deze waarde opslaan, die wordt uitgedrukt als ppi — pixels per inch.

Bij het afdrukken van een bestand bepaalt de resolutie de grootte die de afbeelding op papier zal hebben en als resultaat daarvan, de fysieke grootte van de beeldpunten. Dezelfde afbeelding van 900×600 beeldpunten zou als een kleine kaart van 3×2" kunnen worden afgedrukt met nagenoeg onzichtbare beeldpunten — of als een grote poster met grote bonkige beeldpunten.

Afbeeldingen die worden geïmporteerd vanuit camera's en mobiele apparaten neigen ernaar een resolutie te hebben verbonden met het bestand. De resolutie is gewoonlijk 72 of 96 ppi. Het is belangrijk om te realiseren dat deze resolutie willekeurig is en werd gekozen om historische redenen. U kunt altijd de resolutie wijzigen met GIMP — dit heeft geen effect op de feitelijke beeldpunten van de afbeelding. Verder, voor gebruik zoals het weergeven van afbeeldingen online, op mobiele apparaten, televisie- of video-spellen — in het kort, voor elk gebruik dat niet wordt afgedrukt — is de waarde van de resolutie zonder betekenis en wordt genegeerd. In plaats daarvan wordt de afbeelding gewoonlijk weergegeven zodat elk beeldpunt van de afbeelding overeenkomt met een beeldpunt op het scherm.

Kanalen

Een kanaal is een enkele component van de kleur van een beeldpunt. Voor een gekleurd beeldpunt in GIMP zijn deze componenten gewoonlijk Rood, Groen, Blauw en soms transparantie (Alfa). Voor een afbeelding in Grijswaarden zijn dat Grijs en Alfa en voor een Geïndexeerde kleurenafbeelding zijn zij Geïndexeerd en Alfa.

Naar de gehele rechthoekige array van een van de kleurcomponenten voor alle beeldpunten in een afbeelding wordt ook verwezen als naar een kanaal. U kunt deze kleurkanalen zien met het dialoogvenster Kanalen.

Wanneer de afbeelding wordt weergegeven, brengt GIMP deze componenten samen om de kleuren voor de beeldpunten te vormen voor het scherm, printer of ander uitvoerapparaat. Sommige uitvoerapparaten zouden andere kanalen kunnen gebruiken dan Rood, Groen en Blauw. Als zij dat doen worden kanalen van GIMP geconverteerd naar de toepasselijke voor het apparaat, als de afbeelding wordt weergegeven.

Kanalen kunnen nuttig zijn als u werkt met een afbeelding die in een bepaalde kleur moet worden aangepast. Als, bijvoorbeeld, rode ogen wilt verwijderen uit een foto, zou u kunnen werken aan het kanaal Rood.

U kunt kijken naar de kanalen als maskers, die de uitvoer weergeeft van de kleur voor dat kanaal, mogelijk maken of beperken. Door filters te gebruiken op de informatie van het kanaal kunt u veel gevarieerde en subtiele effecten maken op een afbeelding. Een eenvoudig voorbeeld van het gebruiken van een filter op de kleurkanalen is het filter Kanalenmixer.

In aanvulling op deze kanalen stelt GIMP u ook in staat om andere kanalen te maken (of meer correct, kanaalmaskers), die worden weergegeven in het onderste gedeelte van het dialoogvenster Kanalen. U kunt een Nieuw kanaal… maken of een selectie naar een kanaal (masker) opslaan. Bekijk het item in de woordenlijst voor Maskers voor meer informatie over kanaalmaskers.

Selecties

Vaak, bij het aanpassen van een afbeelding, wilt u dat slechts een deel van de afbeelding wordt beïnvloed. Het mechanisme selectie maakt dat mogelijk. Elke afbeelding heeft zijn eigen selectie, die u normaal gesproken ziet als een zich verplaatsende gestreepte lijn, die de geselecteerde delen scheidt van de niet geselecteerde delen (de zo genoemde marcherende mieren). In feite is dat een beetje misleidend: selectie in GIMP is gradueel, niet alles-of-niets, en in het echt wordt de selectie weergegeven door een volledig uitgerust kanaal voor grijswaarden. De gestreepte lijn die u normaal ziet is eenvoudigweg een lijn voor de omtrek op het niveau 50%-geselecteerd. U kunt echter, op elk moment, het kanaal van de selectie in al zijn glorieuze details visualiseren door te schakelen met de knop Snelmasker.

Een groot deel van het leren hoe GIMP effectief te gebruiken is het vereiste van de kunst om goede selecties te maken — selecties die exact bevatten wat u nodig hebt en niets meer. Omdat het afhandelen van selectie zo enorm belangrijk is, verschaft GIMP veel gereedschappen om dat uit te voeren: een assortiment van gereedschappen om selecties te maken, een menu met bewerkingen voor selecties en de mogelijkheid om te schakelen naar de modus Snelmasker, waarin u het selectiekanaal kunt behandelen alsof het een kleurkanaal was, en daarbij tekenen op de selectie. Voor meer informatie, bekijk ook De selectie.

Ongedaan maken

Wanneer u fouten maakt, kunt u ze ongedaan maken. Bijna alles wat u aan een afbeelding kunt doen is ongedaan te maken. In feite kunt u gewoonlijk een substantieel aantal van de meest recente dingen die u deed ongedaan maken, als u besluit dat zij niet goed waren. GIMP maakt dat mogelijk door een geschiedenis bij te houden van uw acties. Deze geschiedenis verbruikt echter geheugen, dus is ongedaan maken niet oneindig. Sommige acties gebruiken heel weinig geheugen, zodat u dozijnen van hen kunt uitvoeren voordat de eersten uit de geschiedenis worden verwijderd; andere typen acties vereisen massieve hoeveelheden van geheugen voor Ongedaan maken.

U kunt de hoeveelheid geheugen configureren die GIMP toe moet staan voor de geschiedenis Ongedaan maken van elke afbeelding, maar in elke situatie zou u altijd in staat moeten zijn om ten minste uw 2-3 meest recente acties ongedaan te maken. De meest belangrijke actie die niet ongedaan te maken is, is het sluiten van een afbeelding. Om die reden vraagt GIMP u om te bevestigen dat u echt de afbeelding wilt sluiten als u er enige wijzigingen in hebt gemaakt. Voor meer informatie, bekijk ook Ongedaan maken.

Plug-ins

Veel van de dingen die u kunt doen met een afbeelding in GIMP worden gedaan door GIMP zelf. Maar, GIMP maakt ook uitgebreid gebruik van plug-ins, wat externe programma's zijn die heel nauw interacteren met GIMP en in staat zijn om afbeeldingen en andere objecten in GIMP te bewerken op hele geavanceerde manieren. Veel belangrijke plug-ins zijn gebundeld met GIMP, maar er zijn er ook heel veel op andere manieren beschikbaar. In feite is het schrijven van plug-ins (en scripts) de gemakkelijkste manier voor mensen, die niet tot het ontwikkelingsteam van GIMP behoren, om nieuwe mogelijkheden toe te voegen aan GIMP.

Alle opdrachten in het menu Filters en een belangrijk deel van de opdrachten in andere menu's worden in feite uitgevoerd door extensies.

Scripts

In aanvulling op plug-ins, kan GIMP ook gebruik maken van scripts. Scripts worden geschreven in een taal, genaamd Script-Fu, die uniek is voor GIMP (voor hen die het willen weten, het is een dialect van de Lisp-achtige taal genaamd Scheme). In het verleden was er een duidelijke scheiding tussen scripts en plug-ins, maar die verdwijnt. Afhankelijk van de interpreter voor Script-Fu die u gebruikt, kunnen scripts van Scheme ook als plug-ins worden geïnstalleerd.