In GIMP heeft elke laag zijn eigen grootte, die onafhankelijk kan worden gewijzigd van de grootte van de afbeelding. Deze opdracht wijzigt de dimensies van een laag, maar het schaalt niet zijn inhoud.
Opmerking | |
---|---|
Standaard wordt het tekenen buiten de grenzen van de laag genegeerd. U kunt echter de instelling Lagen uitbreiden inschakelen in de gereedschapsopties voor tekenen, die automatisch de grootte van de laag zullen vergroten bij het tekenen nabij een van zijn randen, tot de grootte van het canvas. |
U heeft toegang tot deze opdracht
Vanuit het hoofdmenu met
→ .Vanuit het dialoogvenster Lagen, kunt u toegang verkrijgen met de opdracht van zijn contextmenu.
Deze keuzelijst stelt u in staat een grootte te kiezen uit een van de beschikbare sjablonen voor afbeeldingen. Voor meer informatie over sjablonen, bekijk Een nieuwe afbeelding maken of het dialoogvenster Sjablonen.
Bij het kiezen van een sjabloon dat een andere afdrukresolutie (ppi) heeft dan uw afbeelding, zullen twee nieuwe knoppen verschijnen die u zullen vragen hoe dit aan te passen.
zal het sjabloon aanpassen naar het ppi van de afbeelding; en zal de afbeelding aanpassen naar het ppi van het sjabloon.
Wanneer het dialoogvenster wordt weergegeven, worden de originele dimensies van de actieve laag weergegeven. U kunt ze wijzigen met de twee tekstvakken. Als deze vakken zijn gekoppeld met een ketting, wordt de verhouding breedte-tot-hoogte automatisch behouden. Als u de ketting verbreekt door erop te klikken, kunt u de dimensies onafhankelijk van elkaar instellen.
De standaard maateenheid is pixels. U kunt dit wijzigen met het keuzemenu. U kunt bijvoorbeeld een “%” van de huidige grootte gebruiken.
Deze coördinaten zijn relatief ten opzichte van de laag, niet ten opzichte van de afbeelding. Zij worden gebruikt om een frame te verplaatsen dat bepaalt welk deel van de inhoud van de laag zal worden geselecteerd voor de gewijzigde laag. In ons voorbeeld hebben de laag en de inhoud dezelfde dimensies en, natuurlijk, heeft u geen frame om te verplaatsen. Als u Breedte en Hoogte verkleint, zal het frame van de gewijzigde laag in het voorbeeld verschijnen.
Naast de dimensies van de laag, geeft een voorbeeld ook de laag weer met het frame van de gewijzigde laag. U kunt dat frame verplaatsen met de verschuivingen X en Y en ook de kruisvormige cursor slepen die verschijnt als de muisaanwijzer zich over het gebied van de laag verplaatst.
De knop
stelt u in staat uw frame op het middelpunt van de laag te plaatsen.Dit stelt u in staat te selecteren hoe de achtergrond van de laag te vullen wanneer u de grootte ervan verhoogt. Dezelfde opties zijn hier beschikbaar als in het dialoogvenster Nieuwe afbeelding maken.
U kunt de grootte van de laag niet groter maken dan het canvas van de afbeelding.
Als de laag kleiner is dan de afbeelding, kunt u de Breedte en/of Hoogte vergroten. Als u de laag wilt vergroten tot de grootte van de afbeelding, is het gemakkelijker om Lagen naar afbeeldingsgrootte te gebruiken.
Als u niet gebruikte delen van een laag wilt verwijderen, kunt u de grootte verkleinen.
Als de afbeelding slechts een laag heeft, kan het handiger zijn om het gereedschap Bijsnijden te gebruiken.