| 7.55. Laag schalen | ||
|---|---|---|
|
7. Het menu “Laag” |  |
| 7.55. Laag schalen | ||
|---|---|---|
|
|
7. Het menu “Laag” | |
De opdracht opent het dialoogvenster “Laag schalen” dat u in staat stelt de grootte van de laag en zijn inhoud te wijzigen. De afbeelding verliest enige kwaliteit als die wordt geschaald. De opdracht geeft een dialoogvenster weer waar u parameters kunt instellen met betrekking tot de grootte van de laag en de kwaliteit van de afbeelding.
Deze opdracht werkt alleen op een enkele laag.
![[Tip]](images/tip.png)
|
Tip |
|---|---|
|
Een andere manier om een laag te schalen is met het gereedschap Schalen met Transformeren ingesteld op Laag. |
U heeft toegang tot deze opdracht
Vanuit het hoofdmenu met → .
Vanuit het dialoogvenster Lagen, kunt u toegang verkrijgen met de opdracht van zijn contextmenu.
Wanneer u een laag vergroot, moet GIMP nieuwe beeldpunten berekenen uit de bestaande. Deze procedure wordt “interpolatie” genoemd. Onthoud dat, ongeacht welk algoritme voor interpolatie wordt gebruikt, door interpolatie geen nieuwe informatie wordt toegevoegd aan de afbeelding. Als er plekken in de afbeelding zijn die geen details hebben, zult u geen nieuwe krijgen door hem te schalen. Het is veel waarschijnlijker dat de laag er ietwat vervaagd uit zal zien na het schalen. Soortgelijk, als u een laag verkleint, verliest de afbeelding iets van zijn kwaliteit omdat beeldpunten worden verwijderd.
De opdracht geeft een dialoogvenster weer dat de dimensies van de originele laag in beeldpunten weergeeft. U kunt de nieuwe Breedte en Hoogte voor de laag instellen in de twee tekstvakken. Als het naastgelegen
pictogram van een ketting niet is verbroken, worden de breedte en hoogte automatisch aangepast om hun verhouding constant te houden. Als u de ketting verbreekt door erop te klikken, kunt u ze afzonderlijk instellen, maar dat zal ervoor zorgen dat de laag wordt vervormd.
U hoeft echter niet de dimensies in beeldpunten in te stellen. U mag andere eenheden kiezen uit het keuzemenu. Als u kiest voor procent als de eenheden, kunt u de grootte van de afbeelding instellen, relatief aan zijn originele grootte. U mag ook fysieke eenheden gebruiken, zoals inches of millimeters. Maar, als u dat doet, zou u wat extra aandacht moeten geven aan de Resolutie X/Y van de afbeelding.
Als u een laag vergroot, worden de ontbrekende beeldpunten berekend door interpolatie, maar er worden geen nieuwe details toegevoegd. Hoe meer de laag wordt vergroot, en hoe vaker hij wordt vergroot, des te meer vervaagd hij zal worden. De exacte resultaten van de vergroting zijn afhankelijk van de methode voor interpolatie die u kiest. Na het schalen kunt u het resultaat verbeteren met het filter Verscherpen (Onscherp masker), maar het is voor u veel beter om een hoge resolutie te gebruiken bij het scannen, het nemen van digitale foto's of het op ene andere wijze produceren van digitale afbeeldingen. Het is een inherente eigenschap van rasterafbeeldingen dat zij niet goed te schalen zijn.
GIMP moet, om de grootte van de laag te wijzigen, ofwel beeldpunten toevoegen of verwijderen. De methode die het gebruikt om dat te doen heeft een aanzienlijke impact op de kwaliteit van het resultaat. U kunt de methode voor het interpoleren van de kleuren van de beeldpunten kiezen uit het keuzemenu Interpolatie.
Dit laat u de methode voor interpolatie kiezen die moet worden gebruikt voor het schalen. Bekijk voor details over elke methode de documentatie van Interpolatie van de gereedschappen in Transformeren.
