Paths are curves (known as Bézier-curves). To understand their concepts and mechanism, look at the glossary Bézier-curve or Wikipedia [WKPD-BEZIER]. The Paths tool allows you to design complex shapes. When designing a shape, you first use the Paths tool in GIMP to create a path. After that you usually stroke or fill the path.
In GIMP, the term “Stroke path” means to apply a specific style to the path (color, width, pattern, etc).
Een pad kan op verschillende manieren worden gebruikt:
Een gesloten pad kan gebruikt worden om een selectie te maken.
Een open of gesloten pad kan op verschillende manieren in een afbeelding getekend worden. Dat heet Belijnen oftewel er een lijn van maken.
Een pad kan worden gevuld met een kleur of patroon. Als het pad niet is gesloten, probeert het hem te sluiten en vervolgens te vullen. Dit werkt echter niet als het pad een rechte lijn is.
Begin met de omtrek van het pad te tekenen; de omtrek kan later nog aangepast worden (zie Paden gereedschap). Selecteer om te beginnen het gereedschap Paden met een van deze methoden:
Kies menuoptie
→ van het afbeelding-menu.Use the relevant icon in toolbox.
Gebruik de sneltoets B.
When the Paths tool is selected, the mouse cursor changes into a crosshair with a curve by default. The actual shape depends on your mouse pointer mode setting. Make sure that the Paths Edit Mode in Tool Options is set to Design.
Klik met de linkermuisknop in de afbeelding om het eerste punt van het pad te maken. Verplaats de muis naar een nieuw punt en klik met de linkermuisknop om een ander punt te maken en aan het vorige punt koppelen. U kunt zoveel punten maken als nodig, voor nu zijn dat er twee.
Tijdens het toevoegen van punten heeft de muiscursor een klein “+”-teken naast de curve, wat aangeeft dat klikken een nieuw punt toevoegt.
Wanneer de muiscursor zich dicht bij een van de padpunten bevindt, verandert de “+” in een kruis met pijlen; zoals bij het gereedschap verplaatsen. Dan kunt u het bestaande padpunt verplaatsen.
Als u het pad wilt sluiten, plaatst u de muis boven op het punt waarmee u verbinding wilt maken, houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u op dat punt. Wanneer u klaar bent met het ontwerpen van uw pad, kunt u op Enter klikken. Dit verandert het pad in een selectie. U kunt ook meer punten blijven toevoegen of beginnen met het wijzigen van de bochten van het pad.
De vorm van het pad verandert u zo: Beweeg de muis naar een segment van de lijn, klik links en versleep de lijn. Er gebeuren twee dingen.
Het lijnsegment buigt en draait alsof u er aan trekt.
Elk lijnsegment heeft een startpunt en een eindpunt, herkenbaar aan de kleine vierkantjes. Vanaf deze 2 punten krijgt u nu een “richtingslijn” die samen de vorm van de lijn vastleggen. De richtingslijnen hebben meestal een eigen kleur.
Het gebogen lijnsegment gaat van het begin/eindpunt in de richting van de “richtingslijn”. De lengte van die “richtingslijn” bepaalt hoe lang deze richting wordt volgehouden voordat de lijn afbuigt in de richting van de volgende.
Iedere “richtingslijn” heeft een vierkantje aan het eind (handvat genoemd). Daarmee kunt u hem beetpakken en veranderen. U kunt met de muis ook nog steeds het padpunt oppakken en verplaatsen.
Zwarte vierkanten zijn ankerpunten, de open cirkel is het geselecteerde ankerpunt en de twee open vierkantjes zijn de handvatten ervan. Verder ziet u dat het pad uit twee losse delen bestaat.