Hoofdstuk 7. Tekenen met GIMP

Inhoudsopgave

1. De selectie
1.1. Verzachten
1.2. Een selectie deels transparant maken
2. Selecties maken en gebruiken
2.1. Moving or Resizing a Selection
2.2. Selecties optellen en aftrekken
3. The Quick Mask
3.1. Overzicht
3.2. Eigenschappen
3.3. Using Quick Mask Mode
4. Paden
4.1. Paden creëren
4.2. Eigenschappen van Paden
4.3. Paden en selecties
4.4. Paden transformeren
4.5. Een Pad Belijnen
4.6. Paden en tekst
4.7. Paden en SVG-bestanden
5. Penselen
5.1. Nieuwe penselen toevoegen
5.2. Creating animated brushes
5.3. De grootte van het penseel wijzigen
5.4. Snel een nieuw penseel maken
6. Kleurverlopen
7. Patronen
8. Paletten
8.1. Kleurenkaarten
9. Gereedschap opties instellen
10. Eenvoudige vormen tekenen
10.1. Een rechte lijn trekken
10.2. Een eenvoudige vorm maken

1. De selectie

Veel bewerkingen zult u op een deel van de afbeelding willen doen. Met GIMP kunt u dit doen door dat deel te selecteren. Aan iedere afbeelding is een bepaalde selectie gekoppeld. De meeste, maar niet àlle, bewerkingen worden op de geselecteerde delen van de afbeelding uitgevoerd.

Afbeelding 7.1. Hoe zou u de boom apart zetten?

Hoe zou u de boom apart zetten?

In de meeste gevallen is het maken van de juiste selectie het belangrijkste om te bereiken wat u wilt. Meestal is het ook niet eenvoudig om te doen. Als u de voorste boom uit de bovenstaande afbeelding naar een andere afbeelding wilt plakken, moet u een selectie maken die de boom en niets anders bevat. Dit is moeilijk omdat de boom een ingewikkelde vorm heeft en er zijn enkele plaatsen waar de boom en de achterliggende dingen niet eenvoudig te onderscheiden zijn.

Afbeelding 7.2. De selectie is normaal als een gestreepte lijn te zien.

De selectie is normaal als een gestreepte lijn te zien.

Het volgende is een belangrijk punt; het is belangrijk om te begrijpen wat we hier zeggen. Normaal ziet u een gestreepte lijn om de selectie die u gemaakt hebt, hierdoor wordt snel de indruk gewekt dat de selectie een soort doos is om de geselecteerde delen heen en de rest er buiten. In veel gevallen klopt dit beeld wel, maar het is niet helemaal volledig.

Eigenlijk wordt de selectie bewaard als een extra kanaal. Ieder beeldpunt van de afbeelding is meer of minder geselecteerd. Dit meer of minder is in 256 mogelijke sterktes aan te geven: Bij 0 is het punt helemaal niet geselecteerd en een waarde van 255 is het dus volledig geselecteerd. De selectie werkt dus vergelijkbaar met een kleurenkanaal. Het voordeel van deze werkwijze is dat sommige beeldpunten deels geselecteerd kunnen zijn. Zoals u verder kunt zien, is dit een handig mechanisme om geleidelijke overgangen tussen geselecteerde en ongeselecteerde gebieden mogelijk te maken.

Wat betekent de gestreepte lijn, die u bij het maken van een selectie ziet, dan?

Dat is een Omtrek lijn die de scheiding aangeeft tussen de gebieden die meer en minder dan de helft geselecteerd zijn.

Afbeelding 7.3. Same selection in Quick Mask mode.

Same selection in Quick Mask mode.

While looking at the dashed line that represents the selection, always remember that the line only tells part of the story. If you want to see the selection in full detail, the easiest way is to click the Quick Mask button in the lower left corner of the image window. This causes the selection to be shown as a translucent overlay atop the image. Selected areas are unaffected; unselected areas are reddened. The more completely selected an area is, the less red it appears.

Many operations work differently in Quick Mask mode, as mentioned in the Quick Mask overview. Use the Quick Mask button in the lower left corner of the image window to toggle Quick Mask mode on and off.

Afbeelding 7.4. Same selection in Quick Mask mode after feathering.

Same selection in Quick Mask mode after feathering.

1.1. Verzachten

With the default settings, the basic selection tools, such as the Rectangle Select tool, create sharp selections. Pixels inside the dashed line are fully selected, and pixels outside completely unselected. You can verify this by toggling Quick Mask: you see a clear rectangle with sharp edges, surrounded by uniform red. Use the Feather edges checkbox in the Tool Options to toggle between graduated selections and sharp selections. The feather radius, which you can adjust, determines the distance over which the transition occurs.

If you are following along, try this with the Rectangle Select tool, and then toggle Quick Mask. You will see that the clear rectangle has a fuzzy edge.

Zachte randen zijn erg nuttig als u delen van afbeeldingen in een andere wilt knippen en plakken en zo de geplakte onderdelen geleidelijk; dus zonder hinderlijke abrupte, overgang in de achtergrond kunt mengen.

It is possible to feather a selection at any time, even if it was originally created as a sharp selection. Use SelectFeather from the main menu to open the Feather Selection dialog. Set the feather radius and click OK. Use SelectSharpen to do the opposite—sharpen a graduated selection into an all-or-nothing selection.

[Opmerking] Opmerking

Voor de technisch georiënteerde mensen: Verzachten vindt plaats door een Gaussische uitsmering met de gegeven straal op het selectie-kanaal toe te passen.

1.2. Een selectie deels transparant maken

U kunt de doorzichtigheid van de hele laag instellen, u kunt dit echter niet direct voor een selectie afzonderlijk instellen. Het is echter wel handig om bijvoorbeeld een afbeelding van een glas doorzichtig te maken, dat kunt u op de volgende manier doen:

  • Voor eenvoudige selecties kunt u het gum-gereedschap met de gewenste doorzichtigheid gebruiken.

  • For complex selections: use SelectFloat to create a floating selection. This creates a new layer with the selection called Floating Selection (Paragraaf 4.5, “Float”). Set the opacity slider in the Layers dialog to the desired opacity. Then anchor the selection: outside the selection, the mouse pointer includes an anchor. When you click while the mouse pointer includes the anchor, the floating selection disappears from the Layers dialog and the selection is at the right place and partially transparent (anchoring works this way only if a selection tool is activated: you can also use the Anchor Layer command in the context menu by right clicking on the selected layer in the Layers dialog).

    And, if you use this function frequently: Ctrl-C to copy the selection, Ctrl-V to paste the clipboard as a floating selection, and LayerNew Layer… to turn the selection into a new layer. You can adjust the opacity before, or after creating the new layer.

  • Another way: use LayerMaskAdd Layer Masks… to add a layer mask to the layer with the selection, initializing it with the selection. Then use a brush with the desired opacity to paint the selection with black, i.e. paint it with transparency. Then LayerMaskApply Layer Mask. See Paragraaf 2.1.4, “Laagmaskers”.

  • Om een effen achtergrond van een afbeelding transparant te maken, voeg een alfakanaal toe, selecteer de achtergrond met de toverstaf. Gebruik dan het Pipet om de kleur van de achtergrond te selecteren als voorgrondkleur in de kleurenselectie. Gebruik dan de emmer, met de modus ingesteld op Kleur wissen, waarmee u binnen de selectie de pixels met die kleur uitwist en van de pixels met andere kleuren die voorgrondkleur eruit wist.

    De eenvoudige manier om een selectie in een keer helemaal transparant te maken is BewerkenWissen.