| 3.13. Repareren | ||
|---|---|---|
|
3. Tekengereedschappen |  |
| 3.13. Repareren | ||
|---|---|---|
|
|
3. Tekengereedschappen | |
Dit gereedschap werd eens beschreven als “Het penseel Repareren lijkt op een slim gereedschap om te klonen op steroïden”. En inderdaad het gereedschap Repareren is een naaste verwant van het gereedschap Klonen, maar het is slimmer om kleine foutjes in de afbeelding te verwijderen. Een typisch gebruik ervoor is het verwijderen van rimpels in foto's. Om dat te doen worden beeldpunten niet eenvoudigweg gekopieerd van de bron naar het doel, maar met het gebied rondom het doel wordt rekening gehouden, voordat het klonen wordt toegepast. Het hiervoor gebruikte algoritme wordt beschreven in een wetenschappelijk paper door Todor Georgiev [GEORGIEV01].
Om het te gebruiken, kies eerst een penseel met een grootte dat is aangepast voor het defect. Ctrl-klik daarna op het gebied dat u wilt reproduceren. Laat de Ctrl-toets los en sleep het monster naar het defect. Klik. Als het defect klein is, niet erg afwijkend van zijn omgeving, zal het direct gecorrigeerd worden. Anders kunt u het corrigeren met herhaald klikken, maar met het risico van bekladden.
U kunt het gereedschap op verschillende manieren activeren:
Vanuit het hoofdmenu: → → .
Door te klikken op het pictogram van het gereedschap
in de Gereedschapskist.
Door te drukken op de sneltoets H.
Begin met de Ctrl-toets om de bron te selecteren. U kunt van elke laag van elke afbeelding repareren door op de afbeeldingsweergave te klikken, met de Ctrl-toets ingedrukt, terwijl de laag actief is (zoals wordt weergegeven in het dialoogvenster Lagen). Als Uitlijning in de Gereedschapsopties is ingesteld op “Geen” of “Uitgelijnd” wordt het punt waarop u klikt de bron voor de reparatie: de afbeeldingsgegevens op dat punt worden gebruikt wanneer u vervolgens begint met schilderen met het gereedschap Repareren. Tijdens het selecteren van de bron verandert de cursor in een kruisdraadsymbool.
Als de bron is ingesteld, en u drukt op deze toets, zult u een dunne lijn zien die het vorige aangeklikte punt verbindt met de huidige locatie van de muisaanwijzer. Als u opnieuw klikt, met de Shift-toets ingedrukt, zal het gereedschap langs deze lijn “repareren”.
Normaal gesproken worden gereedschapsopties weergegeven in een venster dat is gekoppeld onder de Gereedschapskist, zodra u een gereedschap activeert. Als dat niet zo is, kunt u er toegang toe krijgen vanuit het hoofdmenu met → → , dat het venster met de gereedschapsopties voor het geselecteerde gereedschap opent. De beschikbare gereedschapsopties kunnen ook worden bereikt door te dubbelklikken op het corresponderende pictogram van het gereedschap in de Gereedschapskist.
Deze optie geeft een harde omtrek aan het gerepareerde gebied.
Als u deze optie inschakelt, wordt het nemen van de monsters niet alleen berekend uit de waarden van de actieve laag, maar uit alle zichtbare lagen.
Voor meer informatie, bekijk het item in de woordenlijst.
Dit is hetzelfde als beschreven bij het Klonen.
Hoewel Repareren in gebruik de nodige overeenkomsten heeft met Klonen, is het resultaat heel anders.
Afbeelding 14.76. Vergelijking van “Klonen” en “Repareren”
Links Klonen. Alle kleuren worden overgenomen.
Repareren rechts. Kleuren worden veel minder overgedragen, speciaal op randen waar rekening wordt gehouden met omringende beeldpunten van het doel.
