Basisopties

Stapgrootte

“Stap” is de afstand voor de verplaatsing voor elke herhaling van het filter. Een waarde van 10 is nodig om een verplaatsing van een beeldpunt te verkrijgen. Deze waarde mag negatief zijn om de richting van de verplaatsing om te keren.

Iteraties

Het aantal herhalingen van het effect bij het toepassen van het filter.

Op randen

Vanwege de verplaatsing wordt een deel van de beeldpunten over de randen van de laag of selectie gedreven en, aan de tegenoverliggende zijde, worden beeldpunten leeg gemaakt. De vier volgende opties stellen u in staat dit probleem op te lossen:

Omloop

Wat er aan de ene kant uitgaat komt er aan de tegenoverliggende zijde weer in (dit is de standaard).

Smeren

Leeggemaakte plaatsen worden gevuld met een spreiding van de naburige regel van de afbeelding.

Zwart

Leeggemaakte plaatsen worden gevuld met zwarte kleur.

Voorgrondkleur

Leeggemaakte plaatsen worden gevuld met de voorgrondkleur van het gebied Kleur in de Gereedschapskist.

Verplaatsingskaart

Om te worden vermeld in deze bestandskiezer moet de verplaatsingskaart, die een afbeelding Grijswaarden zou moeten zijn, aanwezig zijn op uw scherm als u dit filter aanroept en moet dezelfde afmetingen hebben als de originele afbeelding.

Geavanceerde instellingen

Grootte rasteren

Als eenmaal alle beeldpunten zijn verplaatst, verspreidt deze optie ze willekeurig, wat korreligheid aan de afbeelding geeft. Hoe hoger deze waarde (0,00-100,00), des te dunner de korreligheid.

Afbeelding 17.327. Met een grootte voor het rasteren van 3,00:

Draaihoek

Deze optie stelt de hoek voor de verplaatsing van de beeldpunten in, overeenkomstig de richting van de helling van het kleurverloop. Eerdere voorbeelden zijn gemaakt met een verticaal kleurverloop en een hoek van 90°: dus, beeldpunten werden horizontaal verplaatst en niets ging tot buiten de randen van de afbeelding. Hier is een voorbeeld met een hoek van 10° en 6 herhalingen:

Afbeelding 17.328. Met een hoek van 10° en 6 herhalingen:

Verplaatsing wordt uitgevoerd overeenkomstig een hoek van 10° ten opzichte van verticaal. Beeldpunten die buiten de onderste rand vallen bij elke herhaling, worden ingevoerd vanaf de bovenste rand (optie Omloop geselecteerd), wat een stippellijn geeft.

Substappen

Als u een waarde specificeert van > 1, wordt de vector voor verplaatsing berekend in verscheidene substappen, wat u een fijner beheer geeft over het proces van de verplaatsing.

Sterktekaart

In aanvulling op uw verplaatsingskaart, kun u een Sterktekaart toevoegen. Deze kaart zou ook een afbeelding Grijswaarden moeten zijn, met dezelfde grootte als de bronafbeelding en moet aanwezig zijn op uw scherm als u het filter aanroept. Deze kaart geeft meer of minder sterkte aan het filter in sommige delen van de afbeelding, overeenkomstig de grijze niveaus van deze sterktekaart. Gebieden van de afbeelding die corresponderen met de witte delen van deze kaart zullen alle sterkte van het filter ondergaan. Gebieden van de afbeelding die corresponderen met de zwarte delen van de kaart zullen door het filter gespaard worden. Tussenliggende grijze niveaus zullen de actie van het filter verminderen voor corresponderende gebieden van de afbeelding. Sterktekaart gebruiken moet daarvoor zijn geselecteerd.

Afbeelding 17.329. Voorbeeld sterktekaart:

Van links naar rechts: originele afbeelding, verplaatsingskaart, sterktekaart, na toepassen van filter “Vervormen”. U kunt zien dat de zwarte gebieden van de sterktekaart voorkomen dat het filter acties uitvoert.

Meer geavanceerde instellingen

Deze extra opties laten u twee nieuwe kaarten toevoegen, een kleurverloopkaart en/of een vectorkaart.

	Opmerking
	U moet, om deze opties alleen te testen, een kaart hebben met een effen kleur voor alle andere kaarten.

Schaal kleurverloop

Door het gebruiken van een kleurverloopkaart, (deze kaart zou ook een afbeelding grijswaarden moeten zijn), is de verplaatsing van de beeldpunten afhankelijk van de richting van de overgangen van de grijswaarden. De optie Schaal kleurverloop laat u instellen hoe de variaties van de grijswaarden de verplaatsing van de beeldpunten zullen beïnvloeden. Bij elke herhaling werkt het filter op de gehele afbeelding, niet alleen op het rode object: dat verklaart de vaagheid.

Afbeelding 17.330. Voorbeeld Schaal kleurverloop

Van links naar rechts: originele afbeelding, kleurverloopkaart, toegepast filter.

In het voorbeeld hierboven werd het filter “Vervormen” toegepast met een kleurverloopkaart (Schaal kleurverloop = 10,0). Het kleurverloop is schuin, van linksboven naar rechtsonder. Het deel van de afbeelding dat correspondeert met de kleurverloopkaart wordt schuin verplaatst, 90° gedraaid (Draaihoek 90° in Geavanceerde instellingen).

Sterkte vector

Met deze kaart is de verplaatsing afhankelijk van de hoek die u instelt in het tekstvak Hoek. 0° is boven. Hoeken gaan tegen de wijzers van de klok in. De vector beheerkaart bepaalt hoeveel beeldpunten de afbeelding zal verplaatsen bij elke herhaling.

Afbeelding 17.331. Voorbeeld Sterkte vector

Van links naar rechts: originele afbeelding, verplaatsingskaart, toegepast filter.

In het bovenstaande voorbeeld werd “Vervormen” toegepast met een Sterkte vector. Kleurverloop is verticaal, van boven naar beneden. Hoek vector is 45°. De afbeelding wordt schuin verplaatst, 45° ten opzichte van de linkerbovenhoek. De afbeelding is vervaagd omdat elke herhaling op de gehele afbeelding werkt en niet alleen op de rode balk.

Hoek

Hoek voor vaste vectorkaart (zie boven).