Dit hoofdstuk gaat over het binnenhalen van afbeeldingen in GIMP. Er wordt uitgelegd hoe nieuwe afbeeldingen worden aangemaakt, hoe afbeeldingen uit bestanden worden ingelezen, hoe ze kunnen worden ingescand en hoe schermafdrukken worden gemaakt.
Maar eerst willen we u wegwijs maken met de algemene structuur van afbeeldingen in GIMP.
Het is verleidelijk te denken aan een afbeelding als iets dat correspondeert met een enkel venster voor weergave, of aan een enkel bestand, zoals een bestand JPEG. In de realiteit echter is een afbeelding van GIMP een gecompliceerde structuur, die een stapel lagen bevat plus verschillende andere typen objecten: een selectiemasker, een set kanalen, set paden, een geschiedenis "Ongedaan maken", etc. In dit gedeelte kijken we gedetailleerd naar de componenten van een afbeelding van GIMP en de dingen die u ermee kunt doen.
De meest basale eigenschap van een afbeelding is zijn modus. Er zijn drie mogelijke modi: RGB, grijswaarden en geïndexeerd. RGB staat voor Rood-Groen-Blauw en geeft aan dat elk punt in de afbeelding wordt weergegeven door een “rood” niveau, een “groen” niveau en een “blauw” niveau; die een afbeelding volledig in kleur weergeven. Elk kleurkanaal heeft 256 mogelijke niveaus van intensiteit. Meer details in Kleurmodellen
Als een afbeelding uit grijswaarden opgebouwd is, wordt er aan ieder beeldpunt een helderheidswaarde gegeven die varieert tussen 0 (zwart) en 255 (wit). De tussenliggende waarden geven dus verschillende grijstinten aan.
Conceptueel is het verschil tussen een afbeelding met grijswaarden en een afbeelding RGB het aantal “kleurkanalen”: een afbeelding met grijswaarden heeft er een; een afbeelding RGB heeft er drie. Aan een afbeelding RGB kan worden gedacht als drie over elkaar heen gelegde afbeeldingen in grijswaarden, een in de kleur rood, een groen en een blauw.
In feite hebben zowel afbeeldingen RGB als grijswaarden een aanvullend kleurkanaal, het alfakanaal genoemd, dat de doorzichtbaarheid weergeeft. Wanneer de waarde voor alfa op een bepaalde locatie in een bepaalde laag nul is, is de laag volledig transparant (u kunt er doorheen kijken) en de kleur op die locatie wordt bepaald door wat eronder ligt. Wanneer alfa maximaal is (255), is de laag ondoorzichtig (u kunt er niet doorheen kijken) en de kleur wordt bepaald door de kleur van de laag. Tussenliggende waarden voor alfa corresponderen met een variërende mate van transparantie / ondoorzichtigheid: de kleur op de locatie is een proportionele mix van kleur uit de laag en kleur van onderaf.
In GIMP, in elk kleurkanaal, inclusief het alfakanaal, hebben mogelijke waarden een bereik dat afhankelijk is van de precisie van de afbeelding: 0 tot en met 255 voor een kleurdiepte van 8 bits. GIMP kan 16- en 32-bits afbeeldingen laden en dat bereik kan veel groter zijn.
Het derde type, geïndexeerde afbeeldingen, zijn een beetje moeilijker te begrijpen. In een geïndexeerde afbeelding wordt slechts een beperkte set van afzonderlijke kleuren gebruikt, gewoonlijk 256 of minder (dus, deze modus Geïndexeerd kan alleen worden toegepast op afbeeldingen met 8-bits precisie). Deze kleuren vormen de “kleurenkaart” van de afbeelding en elk punt in de afbeelding krijgt een kleur toegewezen uit de kleurenkaart. Geïndexeerde afbeeldingen hebben het voordeel dat zij in een computer kunnen worden weergegeven op een manier die relatief weinig geheugen gebruikt en in vroeger dagen (zeg ongeveer tien jaar geleden), werden zij vrij vaak gebruikt. Als de tijd voortschreed werden zij steeds minder en minder gebruikt, maar zij zijn nog steeds belangrijk genoeg om te worden ondersteund in GIMP. (Ook zijn er maar een paar belangrijke soorten bewerkingen voor afbeeldingen die gemakkelijker te implementeren zijn met geïndexeerde afbeeldingen dan met afbeeldingen RGB met doorlopende kleuren.)
Some very commonly used types of files (including GIF and PNG) produce indexed images when they are opened in GIMP. Many of GIMP's tools don't work very well on indexed images–and many filters don't work at all–because of the limited number of colors available. Because of this, it is usually best to convert an image to RGB mode before working on it. If necessary, you can convert it back to indexed mode when you are ready to save it.
GIMP maakt het gemakkelijk om te converteren van het ene type afbeelding naar het andere, met de opdracht Modus in het menu Afbeelding. Sommige typen conversies verliezen natuurlijk informatie (bijvoorbeeld RGB naar grijswaarden of geïndexeerd) die niet kan worden teruggewonnen bij het converteren terug in de andere richting.
Opmerking | |
---|---|
Als u probeert een filter op een afbeelding te gebruiken en het filter is uitgeschakeld in het menu, is de oorzaak gewoonlijk dat de afbeelding (of, meer specifiek, de laag) waar u aan werkt van het verkeerde type is. Veel filters kunnen niet worden gebruikt op geïndexeerde afbeeldingen. Sommige kunnen alleen worden gebruikt op afbeeldingen RGB, of alleen op afbeeldingen Grijswaarden. Sommige vereisen ook de aan- of afwezigheid van een alfakanaal. Gewoonlijk is de oplossing om de afbeelding te converteren naar een ander type, meest gebruikelijk is RGB. |