Inhoudsopgave
Veel apparaten die u gebuikt bij ontwerpen en fotografie, zoals digitale camera's, scanners, beeldschermen, printers etc. hebben hun speciale kleurweergave karakteristieken. Als u daar geen rekening mee houdt tijdens het bewerken en opslaan zou u zomaar schadelijke aanpassingen aan de afbeeldingen kunnen maken. Met de juiste instellingen kunt u met GIMP betrouwbare uitvoer maken, zowel voor het web als voor afdrukken.
Het basisprobleem van beeldbewerking zonder kleurbeheer is simpelweg dat u niet ziet wat u denkt dat u ziet. Dat betreft twee gebieden:
Er zijn verschillen in de weergaven van kleuren door de verschillende karakteristieken van camera's, scanners, beeldschermen en printers
Er zijn verschillen in de kleuren door de beperkingen van de verschillende apparaten van de kleuren die deze aan kunnen
Het voornaamste doel van kleurbeheer is deze problemen te voorkomen. De aanpak daarvoor omvat het toevoegen van een beschrijving van de kleureigenschappen van een afbeelding of van een apparaat.
Deze beschrijvingen worden kleur profielen genoemd. Een kleur profiel is in essentie een vertaaltabel om de specifieke kleureigenschappen van een apparaat te vertalen naar een apparaat-onafhankelijke kleurenruimte - de werkruimte genoemd. Alle bewerkingen worden dan uitgevoerd op de afbeelding in die werkruimte. Andersom kan het kleur profiel van het beeldscherm of de printer worden gebruikt om de afbeelding correct weer te geven op dat apparaat.
Het creëren van kleur profielen wordt meestal gedaan door de fabrikant van het apparaat zelf. Om deze profielen uniform bruikbaar te maken is er door het ICC (International Color Consortium) een standaard gecreëerd die ICC-profiel heet en die beschrijft hoe een kleurprofiel moet worden opgeslagen en toegepast.
Tip | |
---|---|
De meeste parameters en profielen die we hier beschrijven kunnen worden vastgelegd in GIMP Voorkeuren. Zie Paragraaf 6.4, “Color Management” voor de details. |
De meeste digitale camera's voegen hun kleurprofiel toe aan de individuele foto's zonder interactie met de gebruiker. Digitale scanners doen doorgaans hetzelfde bij hun gescande afdrukken.
Als u een afbeelding met een kleurprofiel opent in GIMP dan zal die voorstellen om het bestand te converteren naar zijn eigen RGB kleurruimte. Dat is standaard de sRGB kleurruimte, en wij bevelen aan om al uw werk in die kleurruimte te doen. Wanneer u echter in het kleurprofiel van de afbeelding zelf wil blijven werken zal deze ook nog altijd correct worden weergegeven.
In geval dat er om een of andere reden geen kleurprofiel in een afbeelding is opgenomen en u weet (of kan raden) welke het moet zijn dan kunt u die handmatig toekennen aan de afbeelding.
Voor het beste resultaat hebt u een kleurprofiel van uw beeldscherm nodig. Als er een beeldscherm profiel bekend is, hetzij in uw systeem of in de kleurbeheer sectie van de GIMP Voorkeuren, dan zullen de kleuren het best worden weergegeven.
Een van de belangrijkste opdrachten van GIMP kleurbeheer staat beschreven in Paragraaf 5.11, “Weergavefilters”.
Hebt u geen kleurprofiel van uw beeldscherm dan kunt u er een maken met hardware kalibratie- en meetinstrumenten. Op UNIX systemen kunt u het kleurprofiel maken met Argyll Color Management System™[ARGYLLCMS] en/of LProf™[LPROF].
Voor beeldschermen gaat het om twee stappen: Kalibreren en Profileren. Kalibreren bestaat op zich ook weer uit twee stappen. De eerste is de instellingen van uw beeldscherm, zoals Contrast, Helderheid en Kleurtemperatuur optimaal instellen voor uw scherm. Daarnaast zijn er nog nadere aanpassingen die in het geheugen van de videokaart opgeslagen moeten worden om het scherm zo nauwkeurig mogelijk de juiste kleuren te laten weergeven. Die informatie wordt bewaard in de zgn. vgct tag. In Windows en Mac OS kunt u de Kalibratie-instellingen bewerken in de systeem instellingen. In Linux hebt u een extern programma nodig zoals xcalib or dispwin. (Een vereenvoudigde werkwijze is een visuele kalibratie te doen via een website als die van Norman Koren en de gevonden gamma waarde instellen met xgamma.)
De tweede stap, profileren, omvat het afleiden van de regels waarmee GIMP de RGB waarden in de afbeelding kan vertalen naar de juiste kleuren op het beeldscherm. Deze worden ook in het beeldscherm profiel opgeslagen. Het verandert niets in de afbeeldingen, maar verandert de getallen die naar de videokaart worden gestuurd (die al een vgct bevat) voor het beeldscherm dat u gebruikt.
Met GIMP kunt u eenvoudig een voorbeeld laten maken van hoe uw afbeelding er op papier uit zal zien. Met het kleurprofiel van uw printer kan het beeldscherm in Soft Proof modus worden gezet. In zo'n voorbeeld zullen kleuren die niet kunnen worden afgedrukt worden gemarkeerd met een neutrale grijze kleur, zodat u nog dingen kan verbeteren voor u de echte afdruk maakt.