Elke pixel in de afbeelding wordt vervangen door een grijze waarde, afhankelijk van de afstand tot het dichtstbijgelegen obstakel-pixel, over het algemeen een pixel aan de begrenzing. Verschillende methoden kunnen worden gebruikt om de afstand te berekenen.
|
Opmerking |
|---|---|
|
Deze opties staan beschreven in Paragraaf 2, “Algemene eigenschappen”. |
“Metric” is a topology term. Three methods are available:
The distance is a straight line (default).
The distance is the sum of the one-dimensional distances along the X and Y axes.
The distance is the maximum of the one-dimensional distances along the X and Y axes.
Dit definieert hoe gebieden buiten de invoer moeten worden beschouwd bij het berekenen van de afstand. Keuzes zijn: Onder drempel en Boven drempel.
Standaard is 0. Verhogen van deze waarde selecteert beeldpunten met hogere lichtheid
Originele afbeelding voor voorbeelden Drempel laag zal progressief worden verhoogd. Lichtheid: donker rood = 0,070; helder rood = 0,223; groen = 0,133
Afbeelding 17.190. Voorbeeld “Drempel laag”
Drempel laag = 0: alleen afstanden van de rand zijn zichtbaar.
Drempel laag = 0,070: “donkerrode” cirkel verschijnt.
Drempel laag = 0,133: “groene” cirkel verschijnt.
Drempel laag = 0,223: “helderrode” cirkel verschijnt.
Standaard is 1. Verlagen van deze waarde maakt het resultaat donker.
Aantal berekeningen voor middelen van de grijswaarden.
This option is checked by default. When checked, all distances are normalized into a range of 0.0 to 1.0.
If you uncheck this option, non-obstacle pixels will appear white because their calculated distance will be greater than or equal to 1.0.
Afbeelding 17.191. Voorbeeld “Normaliseren”
Optie Normaliseren ingeschakeld.
Optie Normaliseren uitgeschakeld.