In het dialoogvenster Histogram ziet u informatie over de statistische verdeling van kleurwaarden in de actieve laag of selectie. Deze informatie is vaak handig wanneer u een afbeelding in kleurbalans probeert te brengen. Het histogramdialoogvenster is echter puur informatief: niets wat u ermee doet, zal enige verandering in het beeld veroorzaken. Als u een op histogram gebaseerde kleurcorrectie wilt uitvoeren, gebruikt u het gereedschap Niveaus.
Dit dialoogvenster is een dokbaar dialoogvenster; zie het gedeelte Paragraaf 2.3, “Koppelen van dialoogvensters” voor hulp bij het manipuleren ervan.
U kunt het openen:
from the main menu:
→ → .from the Tab menu in any dockable dialog by clicking on and selecting → ,
from the main menu:
→ → .In the detached windows which exists only if at least one dialog remains open. In this case, you can raise the “Histogram” dialog from the main menu: → .
menu, there is a list ofIn GIMP kan elke laag van een afbeelding worden opgesplitst in een of meer kleurkanalen: voor een RGB-afbeelding in R-, G- en B-kanalen; voor een grijswaardenafbeelding, in één waardekanaal. Lagen die transparantie ondersteunen, hebben een extra kanaal, het alfakanaal. Elk kanaal ondersteunt een reeks intensiteitsniveaus van 0 tot 255 (gehele getallen). Een zwarte pixel wordt dus gecodeerd door 0 op alle kleurkanalen; een witte pixel van 255 op alle kleurkanalen. Een transparante pixel wordt gecodeerd door 0 op het alfakanaal; een ondoorzichtige pixel van 255.
Voor RGB-afbeeldingen is het handig om een “pseudokanaal ”waarde te definiëren. Dit is geen echt kleurkanaal: het weerspiegelt geen informatie die rechtstreeks in het beeld is opgeslagen. In plaats daarvan wordt de waarde op een pixel gegeven door de vergelijking V = max(R,G,B)
. In wezen is de waarde wat u bij die pixel zou krijgen als u de afbeelding naar de grijswaardenmodus converteerde.
Voor meer informatie over kanalen kijkt u naar Paragraaf 1, “Soorten afbeeldingen”.
De naam van de actieve laag wordt bovenin het dialoogvenster weergegeven.
The drop-down below the active layer name allows you to select which channel to use. The available options depend on the layer type of the active layer. Possible options are:
Voor RGB- en grijswaardenafbeeldingen toont dit de verdeling van helderheidswaarden over de laag. Voor een grijswaardenafbeelding worden deze rechtstreeks uit de afbeeldingsgegevens gelezen. Voor een RGB-afbeelding worden ze overgenomen uit het pseudokanaal Waarde.
Voor een geïndexeerde afbeelding toont het “waardekanaal” eigenlijk de verdeling van frequenties voor elke kleur in de kleurenkaart: het is dus een “pseudokleur” histogram in plaats van een echt kleurenhistogram.
Deze worden alleen weergegeven voor lagen uit RGB-afbeeldingen. Ze tonen de verdeling van intensiteitsniveaus voor respectievelijk de rode, groene of blauwe kanalen.
Dit toont de verdeling van dekkingsniveaus. Als de laag volledig transparant (alfa = 0) of volledig dekkend (alfa = 255) is, bestaat het histogram uit een enkele balk aan de linker- of rechterrand.
This shows the distribution of lightness intensity.
Deze vermelding, die alleen beschikbaar is voor RGB-lagen, toont de histogrammen R, G en B over elkaar, zodat u alle kleurverdelingsinformatie in één weergave kunt zien.
These three buttons determine whether the tone reproduction (TRC) will be displayed using a linear, non-linear, or perceptual X axis.
These two buttons determine whether the histogram will be displayed using a linear or logarithmic Y axis. For images taken from photographs, the linear mode is most commonly useful. For images that contain substantial areas of constant color, though, a linear histogram will often be dominated by a single bar, and a logarithmic histogram will often be more useful.
U kunt de analyse, voor de statistieken die onderaan het dialoogvenster worden weergegeven, desgewenst beperken tot een beperkt bereik van waarden. U kunt het bereik op drie manieren instellen:
Klik en sleep de muisaanwijzer over het weergavegebied van het histogram, van het laagste niveau naar het hoogste niveau van het gewenste bereik.
Klik en sleep de zwarte of witte driehoekjes op de schuifregelaar onder het histogram.
Gebruik de invoervelden onder de schuifregelaar (links: onderkant van bereik; rechts: bovenkant van bereik).
Onderaan het dialoogvenster worden enkele basisstatistieken weergegeven die de verdeling van kanaalwaarden beschrijven, beperkt tot het geselecteerde bereik:
Mean: the mean value of the interval in the selected channel.
Std Dev: Standard deviation. Gives an idea about how homogeneous the distribution of values in the interval is.
Median: For example, the value of the fiftieth peak in a 100 peaks interval.
Pixels: The number of pixels in the active layer or selection.
Count: The number of pixels in a peak (when you click on the histogram) or in the interval.
Percentile: The ratio between the number of pixels in the interval and the total number of pixels in the active layer or selection.